Het scheelde niet veel of Michaël Freilich had in z’n Belgisch-Israëlitisch krantje een vlammend opiniestuk gewijd aan zijn eigen vrouwmens. ‘Gelukkig dook daar plots Brigitte Herremans op, zodat Michaël zich over háár druk kon maken’, zegt de dame, die uit angst voor represailles niet met haar naam in de krant wil.
Mevrouw Freilich:
‘Zelfs plastic bloemen verslensen als ik ze te dicht bij mijn leuningbijtertje plaats’
Aanleiding van Freilichs onstuitbare woede was een fles melk van anderhalve liter die op zijn bureau was verzeild. ‘Tja, ik had die daar gewoon heel even uit m’n handen gezet’, zegt mevrouw Freilich, die het huishouden verzorgt terwijl manlief als een gek op zijn toetsenbord zit te rammen. ‘Die fles is daar een vol kwartier blijven staan. Dom, want nu is ze zuur.’
Freilich zelf wil niet reageren. ‘Want dan gaan critici mij weer verwijten dat ik ten onrechte namens de hele Joodse gemeenschap spreek en dat niet álle Joden kwaad zijn op mijn vrouw, maar die critici zijn vals en achterbaks, want het belangrijkste is toch wel dat ik erg, heel erg kwaad ben’, glimlacht hij verontschuldigend. ‘Melk, godbetert. Die lauwdaat wéét toch dat je dan zure pap krijgt?’
‘Ach, ’t is zo’n schatje als hij zich boos maakt’, giechelt mevrouw Freilich. ‘Kamerplanten moet ik niet in z’n buurt zetten, of ze verdorren terwijl je erop staat te kijken. Zelfs plastic bloemen verslensen als ik ze te dicht bij mijn leuningbijtertje plaats. Ja, hij heeft best een karaktertje.’
‘Wenst u een koffietje nu u hier toch bent?’, vraagt het brave mens. ‘De zure melk heb ik helaas al weggegoten. Als u wilt, kan ik u een geut ontstoppingsmiddel aanbieden?’