Bart De Wever:
‘Sowieso ontmoet ik niet veel spleetogen, want ik mijd die mannen liever’
‘Met mijn betoog in Terzake wou ik in de eerste plaats benadrukken dat er hoofdzakelijk een probleem is met de Marokkaanse gemeenschap. Daarbij heb ik misschien uitspraken gedaan die een brug te ver waren’, slaat Bart De Wever mea culpa.
‘Ik heb nooit gezegd dat Aziaten niet gediscrimineerd zouden worden. Ik zei alleen dat ikzelf nog nooit een Aziaat heb ontmoet die zich het slachtoffer van racisme voelt. Dat is toch een nuance’, meent de burgemeester van Antwerpen. ‘Ik geef grif toe dat ik sowieso niet veel van die spleetogen ontmoet, want ik mijd die mannen liever.’
Rotte appels
‘Hetzelfde geldt voor negers: ik kom er nauwelijks tegen. En al zeker niet als ze gediscrimineerd worden. Over het algemeen vind ik negers brave, loyale mensen die niet te veel klagen. Behalve Wouter Van Bellingen dan, maar rotte appels vind je in elke gemeenschap.’
De Wever kreeg naar aanleiding van zijn uitspaken ook boze reacties vanuit de Joodse gemeenschap. ‘Die mensen waren dus op hun tenen getrapt omdat ik had gezegd dat Marokkaanse Berbers zich voortdurend in een slachtofferrol wentelen, terwijl zij zichzelf toch als de allergrootste slachtoffers van de wereld zien. Ze eisten dat ik in een officiële mededeling zou stellen dat antisemitisme nooit relatief is’, klaagt De Wever. ‘Als je dan zegt dat ze niet moeten zagen, ben je een racist. Zo werkt het blijkbaar.’
De Wever hoopt dat hij met zijn nuances een brug kan slaan naar alle gemeenschappen in zijn stad, zodat hij als burgemeester van alle Antwerpenaren in alle rust zijn bestuurlijke taken kan uitvoeren.
‘Al is en blijft racisme relatief’, besluit De Wever. ‘Of denk je dat een blanke, autochtone, Vlaamse heteroman als ikzelf het zo makkelijk heeft? Je zou eens meten weten wat ik allemaal over me heen krijg. Neen, dan moeten die vreemdelingen echt niet klagen.’