Filip Anthuenis stipt aan dat de Vlaamse administratie hem gelijk geeft. 'Ook veel ambtenaren zouden graag vaker aan hun eigen sjarel snokken.'

Anthuenis: ‘Treed af om aan fluit te trekken’

Vlaams Parlementslid Filip Anthuenis roept persoonlijke redenen in om af te treden en dus heeft hij recht op een vertrekpremie van 348.000 euro. 'Ik wil meer tijd om aan mijn fluit te trekken.'

De Lokerse politicus schiet met scherp op zijn critici, die te weinig begrip tonen voor zijn persoonlijke situatie. ‘Ik neem geen ontslag omdat een andere job te gaan uitoefenen’, klinkt zijn uitleg. ‘Ik word na mijn carrière als parlementslid geen CEO of rector van een universiteit. Burgemeester van het provinciestadje Lokeren ben ik al. De vrijgekomen tijd wil ik aan mezelf en mijn gezin besteden. Dat is een belangrijke nuance.’

Filip Anthuenis:
‘In mijn situatie zouden de meeste Vlamingen wellicht hetzelfde doen’

De uittredingsvergoeding die Filip Anthuenis (Open Vld) eist, bedraagt 348.000 euro. De liberaal zegt dat het om een bijzonder gevoelige zaak gaat en dat hij daarom recht heeft op het geld. ‘Ik treed af zodat ik meer tijd heb om aan mijn fluit te trekken’, zegt de liberaal. ‘In mijn situatie zouden de meeste Vlamingen wellicht hetzelfde doen.’

Als burgemeester van Lokeren verdient Anthuenis jaarlijks twee keer zoveel euro’s als zijn stad inwoners telt, zijnde 40.000 man. ‘Dat bedrag is ruim onvoldoende als je je tijd wilt verdelen tussen burgemeester spelen en aan je roede sleuren. Een zekere compensatie is nodig’, argumenteert de Open Vld’er. ‘Ik heb tenslotte ook een gezin en met twee kinderen thuis is 348.000 geen overbodige luxe.’

Volgende week bespreekt het bureau van het Vlaams Parlement de kwestie. Anthuenis verwacht dat er begrip zal zijn voor zijn situatie. ‘De Vlaamse administratie geeft me gelijk. Ook veel ambtenaren zouden graag meer tijd hebben om aan hun eigen sjarel te snokken. Ik heb recht op die uittredingsvergoeding en ik kan iedere werknemer aanraden om een financiële tegemoetkoming te eisen wanneer ze zelf ontslag nemen om aan hun vleesboom te gaan schudden. Overdreven kun je dat verzoek niet noemen.’