Ondanks het beleid van de bevoegde minister veranderde het uitzicht van het Vlaamse platteland de jongste jaren in een idyllisch groen bos. Vanuit het niets drongen de voorbije twee jaar meer dan 8.000 hectaren bos Vlaanderen binnen, waardoor onze regio bij de groenste van Europa hoort.
Die plotse opstoot van weinig productieve bomen en struiken heeft een kwalijke invloed op de regionale economie en de volksgezondheid. ‘Als Vlaanderen aan dit tempo blijft bebossen, leven we tegen 2055 in een ondoordringbaar oerwoud’, waarschuwt econoom Mathias Schoenmaekers. ‘De toevloed aan bomen dreigt de toegankelijkheid van Vlaanderen ernstig te verminderen. Minister Schauvliege moet dringend ingrijpen. Niets doen maakt het probleem enkel erger.’
‘De overbebossing brengt de welvaart in gevaar’, benadrukt Jo Libeer van Voka. ‘Bedrijfsterreinen dreigen ontoegankelijk te worden. Bospartijen bieden beschutting aan langdurig werklozen die op de vlucht zijn voor de VDAB en de RVA.’
Daarbij trekt al dat bos steeds meer wild aan. De exponentiële groei van de Vlaamse wildpopulaties zorgt voor steeds meer confrontaties tussen mens en dier. ‘Niet alleen de rechtstreekse aanvallen van dieren op mensen zullen daarbij voor meer slachtoffers zorgen,’ schat Jef Guénie van de FOD Volksgezondheid, ‘maar ook ziektes als rabiës, Lyme-borreliose en chronische ebola. Een bos is zeer schadelijk voor de gezondheid.’
Geconfronteerd met de mogelijke kwalijke gevolgen van haar groene beleid, reageert Minister Schauvliege begripvol. ‘De bovengrens is stilaan bereikt’, geeft de minister toe. ‘We zullen daarom bekijken welke bosgebieden kunnen worden teruggegeven aan de industrie en de landbouw.’
Jo Libeer:
‘Bospartijen bieden beschutting aan langdurig werklozen’
Schauvliege hoopt ook dat meer files de opmars van de bossen kunnen tegenhouden. ‘Misschien dat ook de Vlaamse lintbebouwing een dam kan opwerpen’, hoopt de minister. ‘In ieder geval keren wij geen milieuvergunning meer uit aan nieuw wild. Illegale dieren en planten worden vervolgd. We moeten ons haasten voor de overbebossing onomkeerbaar wordt.’