‘Het beleid om roze scholen te voorkomen is mislukt’, zegt Mieke Vanhecke van het katholiek onderwijs. ‘De poging om heterofiele en homofiele jongeren te spreiden over Vlaanderen heeft geen zoden aan de dijk gezet. We moeten dat durven erkennen.’
De Vlaamse minister van Onderwijs, Pascal Smet, reageert dat hij zich niet bij de feiten neerlegt. ‘Een school moet een spiegel van de samenleving zijn’, zegt de minister. ‘Maar in bepaalde stedelijke wijken, waar veel creatieve mensen wonen of veel schoenen- en kleerwinkels worden uitgebaat, wonen nu eenmaal heel veel homofiele jongeren. In die wijken is het gewoon heel moeilijk om te vermijden dat er een roze concentratieschool ontstaat.’
De koepels en het kabinet-Onderwijs gaan daarom de strijd tegen roze scholen opvoeren. Een betere spreiding moet soelaas brengen. ‘Ik wil geen wij- en zij-scholen’, zegt Smet, ‘en ook geen hij- en zij-scholen. En ook geen hij-hij- of zij-zij-scholen. Ik wil gewoon wij-scholen.’
De vraag is wat moet gebeuren met roze scholen die onvermijdelijk zijn, zoals in de Antwerpse modewijk of de hippe wijken van Brussel. Een van de opties is de kwaliteit van die scholen op het niveau van de andere scholen in Vlaanderen brengen.
In wijken met veel kleer- en schoenwinkels is een roze concentratie-school moeilijk te vermijden
Aangezien homofiele jongeren doorgaans meer getalenteerd en creatiever zijn dan hun heterofiele generatiegenoten, zou dat betekenen dat ze slechtere, heterofiele leerkrachten krijgen. Homofiele leraren zouden dan verplicht worden in niet-roze scholen te werken om daar de kwaliteit op te krikken, al leert de Nederlandse ervaring dat zoiets niet evident is.