‘Toen ik nog docent was, was het niet ongebruikelijk dat professoren zich bedienden van de pedagogische tik of van een beetje seksuele intimidatie nu en dan om jonge assistenten en doctorandi in het gareel te houden’, herinnert Rik Torfs zich. ‘Vandaag reageren we daar misschien wat gevoeliger op, zoals het recente voorval bewijst.’
Daarom werkt de alma mater aan een charter waarin de wederzijdse rechten en plichten worden toegelicht tussen de docent en degene die zijn klappen incasseert.
‘Het charter is daarin erg duidelijk. Slagen mogen niet onder de gordel of in het gezicht worden uitgedeeld. Ze mogen ook geen letsels of arbeidsongeschiktheid tot gevolg hebben’, zegt Torfs. ‘De agressor moet er zich toe verbinden om altijd zonder getuigen te werk te gaan. Bij woord-wederwoord is de kans op een gerechtelijke veroordeling geruststellend klein.’
Ook degene die de slagen of seksuele toespelingen in ontvangst neemt, moet zich aan de regels houden. ‘Het kan niet de bedoeling zijn dat een gemolesteerd personeelslid naar het gerecht stapt of, erger nog, naar de pers. Dat beschadigt niet alleen de reputatie van onze instelling, maar ook de carrièrekansen van de klager. Dat zou jammer zijn voor alle betrokkenen.’
Rik Torfs:
‘De agressor moet er zich toe verbinden om altijd zonder getuigen te werk te gaan’
Aan de Universiteit Gent is men niet onmiddellijk geneigd het Leuvense voorbeeld te volgen. ‘Onze centrale diensten zijn voorlopig te zeer in beslag genomen met het charter over financieel wanbeheer en psychologische terreur. Pas als we daarmee klaar zijn, zien we wel of we ook iets ondernemen tegen fysiek geweld jegens assisterend en administratief personeel.’