Het station Brussel-Noord is zo doordrongen van urine dat het Brusselse Gewest het zal opblazen. Tenzij de Vlaamse regering het overkoopt.

Brussel-Noord verzegeld vanwege urinegeur

Het station Brussel-Noord blijkt een gevaar voor de volksgezondheid en is met onmiddellijke ingang verzegeld. Niemand mag nog binnen of buiten. Het Brussels Gewest overweegt het gebouw te dynamiteren.

Sinds vanmorgen zijn alle toegangen tot het station Brussel-Noord gesloten. Dat gebeurt op bevel van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, die enkele uren tevoren een grondige hygiënische inspectie van het gebouw was begonnen. ‘Het gebouwencomplex is zodanig geïmpregneerd met een doordringende urinegeur dat het niet langer verantwoord is om nog publiek toe te laten’, verklaart inspecteur Sien De Clerck. ‘We hadden al langer aanwijzingen dat het gebouw een gevaar voor de volksgezondheid was, maar wat we hier zagen, overtreft ons bevattingsvermogen. Dit is werkelijk vies, vuil en vettig!’

Collega-inspecteur Maria Mariën legt uit wat het probleem precies is: ‘Urine is op zich niet giftig, maar het bevat wel stoffen zoals zwavel, fosfor, chloor en stikstof. Die kunnen dodelijk zijn voor de mens wanneer ze in te grote hoeveelheden worden ingeademd. De grenswaarden blijken in het station met een factor duizend overschreden.’

Volgens de inspecteur is het gebouw niet meer te redden. ‘Het zuur is doorgedrongen tot in de fundamenten. De enige oplossing die wij nog kunnen adviseren, is het gebouw onmiddellijk te slopen en de site te saneren. Of het complex verkopen aan de Vlaamse overheid, dat kan ook.’

De inspectie van het station kwam er na een resem klachten van boze pendelaars. Ambtenaar Jozef Spruyt is één van hen: ‘Ik heb inderdaad een klacht ingediend. De urinestank in en rond het station is niet te harden, meneer! Iedere ochtend werd ik onpasselijk zodra ik de trein afstapte. Iedere ochtend moest ik me ziek laten afvoeren. Weet u dat ik de voorbije tien jaar nog geen dag gewerkt heb? Tien jaar ziekteverlof, allemaal door dat wangedrocht!’

Spruyt is opgelucht nu het gebouw ontoegankelijk is verklaard. ‘Nu hoef ik niet meer te vrezen voor permanente hersenschade. Enig nadeel is wel dat ik nu niet meer op mijn werk geraak, want ik neem altijd de trein. Ach, dan roep ik gewoon overmacht in om nog eens tien jaar thuis te kunnen blijven.’

Het treinverkeer zit inderdaad danig in de knoop. Geen enkele trein mag het station nog binnenrijden, en dus moeten alle rijtuigen omrijden via Kortenberg, Merchtem, Appelterre en La Hulpe. Intussen zitten ook nog zo’n twee- tot driehonderd reizigers vast in Brussel-Noord zelf. Ook een vijfhonderdtal daklozen, die de nacht in het station doorbrachten, mogen niet meer buiten. ‘We kunnen hen niet vrijlaten’, verklaart inspecteur De Clerck. ‘Het risico dat zij de rest van de bevolking zouden besmetten, is te groot. Daarom houden we ze in permanente quarantaine.’

Het Brussels Gewest, dat eigenaar is van het in het station geïntegreerde kantorenomplex CCN, overweegt het gebouw vandaag nog te dynamiteren.

Minister-president Charles Picqué: ‘Het zou meteen ruimte vrijmaken voor broodnodige projectontwikkeling. Op de plaats van het voormalige station zullen we een nieuwe Europese wijk kunnen inplanten, of een megalomaan shoppingcenter met geïntegreerd congrescentrum, evenementenhal en museum.’

Driehonderd reizigers en een vijfhonderdtal daklozen mogen niet meer buiten

Met enkele aanpassingen aan het concept kunnen we zelfs het tropische paradijs Océade een nieuwe locatie bieden in de Aarschotstraat, droomt Picqué. ‘En bovendien kunnen we nu eindelijk de veertig jaar aanslepende kruising van de E40 en de E19 realiseren!’

Dat er in het te dynamiteren gebouw nog honderden mensen vast zitten, vindt Picqué geen bezwaar. ‘Ach, die daklozen zijn uiteindelijk zelf de oorzaak van al de ellende, dus is het maar rechtvaardig hen op te blazen voor het algemeen belang. Het lost meteen ook het probleem van de tekortschietende noodopvang op. Wel jammer van de bonafide pendelaars in het gebouw. Maar daar zitten gelukkig geen Brusselse ambtenaren tussen. Die zijn allemaal al jaren ziek gemeld’, glundert de minister-president.