Een kaartje toont de concentratie van vriesvakgassen boven Europa. België bevindt zich in de meest vervuilde zone, zodat het daar kouder is dan in andere gebieden op dezelfde noorderbreedte.

IJzige koude in Europa door ‘vriesvakgas’

Door de vervuiling zijn er niet alleen broeikasgassen, maar ook vriesvakgassen, zo ontdekte een vorser van de Universiteit Gent. Dat verklaart mee waarom 2010 globaal het warmste jaar ooit was, terwijl de kasseien uit de grond vroren in Europa.

Het was zacht gezegd een absurde situatie. Eind december 2010 kregen we te horen dat het voorbije jaar het warmste was dat ooit gemeten werd, terwijl buiten de sneeuw decimeters dik lag en het vroor dat het kraakte. ‘Strengste winter ooit’, kopten de kranten. Andermaal leek de klimaatopwarming voorbij te gaan aan dat deel van de wereld waar het Belgische volk woont. Hier wordt het alleen maar kouder, wat her en der al leidde tot de schampere oproep om net méér broeikasgassen in de lucht te stoten.

‘Ik begrijp die reactie, maar ze is verkeerd’, glimlacht Norma De Geyter. De Geyter is doctorandus aan de Universiteit Gent en werkte onlangs een studie af over zogenaamde ‘vriesvakgassen’, de tegenhangers van broeikasgassen. ‘Bij de industriële uitstoot van broeikasgassen komen ook heel wat vriesvakgassen vrij. Meer broeikasgassen uitstoten, betekent dus ook meer vriesvakgassen in de atmosfeer. Als het koud is, is dat het laatste wat je wilt.’

Sowieso hebben broeikasgassen, zoals koolstofdioxide en methaan, in de winter minder effect dan in de zomer. Doordat de dagen korter zijn en de zon lager aan de hemel staat, dringt minder zonnewarmte de atmosfeer binnen. ‘Broeikasgassen kunnen daardoor nauwelijks warmte bewaren’, legt De Geyter uit. ‘Plus daarbij gaan de vriesvakgassen het zonlicht nog eens extra tegenhouden.’

De term ‘vriesvakgas’ is eigenlijk misleidend, geeft De Geyter toe. ‘Het gaat veeleer over wolken fijn stof met een hoge concentratie aan microscopisch kleine stukjes metaal’, verklaart de onderzoekster. ‘Die komen vrij door erosie bij de machinale verbranding van brandstof. Kleine deeltjes metaal komen samen met uitlaatgassen in de atmosfeer terecht.’

Dat fijn stof het zonlicht voor een stuk tegenhoudt, was reeds bekend. Maar De Geyter ontdekte dat het toenemende aandeel van metaaldeeltjes het zonlicht ook in belangrijke mate terugkaatst vóór het het aardoppervlak bereikt heeft. ‘Daardoor koelt het dus extra af in koude gebieden’, zegt ze. ‘In de zomer stijgen de metaaldeeltjes op naar de bovenste lagen van de atmosfeer, waar zij ook des winters blijven hangen. De metaalwolken fungeren als spiegels.’

Volgens De Geyter zijn de vriesvakgassen mogelijk wél een middel om de aardopwarming tegen te gaan. ‘Momenteel hangen de metaalwolken nog op de verkeerde plaats, namelijk boven de industrielanden van het noordelijk halfrond’, doet De Geyter uit de doeken. ‘Maar het is niet onmogelijk om die metaaldeeltjes te verplaatsen.’

De Geyter stelt voor om de stukjes metaal op te vangen met vliegtuigen die uitgerust zijn met krachtige elektromagneten. ‘Zo vangen we het metaal op en kan het boven de minst geïndustrialiseerde landen weer losgelaten worden’, legt de wetenschapster uit. ‘De sukkelaars die daar leven, kunnen dan eindelijk ook eens van een beetje afkoeling genieten, zodat het voor hen dragelijker wordt om in een fabriek te gaan werken. Dat komt de plaatselijke economie ten goede. Westerse regeringen kunnen hun voordeel doen door de kosten voor de hele operatie in het budget voor ontwikkelingssamenwerking in te schrijven.’

Vriesvakgassen zijn mogelijk een middel om aardopwarming tegen te gaan

Maar komt er dan niet nog méér vriesvakgas in de atmosfeer? ‘Niet als we de bewuste vliegtuigen achteruit laten vliegen’, antwoordt De Geyter zonder verpinken. De technologie daarvoor bestaat, aldus de onderzoekster, maar het zou de vliegtuigfabrikanten aan durf ontbreken om op de proppen te komen met prototypes. ‘Die zitten als het ware in het vriesvak’, lacht ze. ‘De fabrikanten beweren dat het publiek nog eerder warm te maken is voor klimaatverandering dan voor achteruit vliegende jets.’