Dyab Abou Jahjah:
‘Ik heb niets tegen Joden. Maar het is mijn democratisch recht om te dansen op het graf van welke Jood dan ook’
Dyab Abou Jahjah is erg boos. Door zijn ontslag bij De Standaard voelt hij zich de mond gesnoerd, terwijl hij en zijn ghostwriter nog zoveel interessante meningen hadden. Die moet hij nu noodgedwongen op zijn Twitter- en Facebook-pagina posten.
De ex-columnist had getweet dat alle middelen goed waren nadat een Palestijn met een vrachtwagen was ingereden op een Israëlische patrouille, met vier doden als gevolg. Hij begrijpt de hetze niet die daarover ontstond: ‘Maak van mij alsjeblieft geen racist, ik heb niets tegen Joden.’
Waarom postte hij de tweet dan? ’Een dansje om vier dode Joden is volkomen legitiem. Ik vind dat niet getuigen van slechte smaak. Het is mijn democratisch recht om te juichen telkens als één van hen wordt vermoord’, giechelt de auteur. ‘Gewoon, omdat het kan, en om aan te tonen hoe belangrijk de vrijheid van meningsuiting is voor een democratie.’ Hij staart wat in de verte en voegt eraan toe: ‘En ook om te tonen hoe belangrijk de Palestijnse zaak is, die zou ik haast nog vergeten.’
Genuanceerd debat
Volgens Abou Jahjah hebben columnisten ter rechterzijde evengoed het democratisch recht om te beweren dat de Palestijnen beter zouden werken in plaats van aanslagen te plegen. ‘Zo ontstaat een genuanceerd debat waar de hele democratie baat bij heeft. Maar nu kan dat dus niet meer. Jammer.’
De Standaard blijft bij haar beslissing, maar liet weten dat er immense druk werd uitgeoefend op de redactie. Naar verluidt zou columniste Mia Doornaert ermee gedreigd hebben om een dúbbel zo lange column te schrijven. ‘De persvrijheid en het recht op vrije meningsuiting zijn ons veel waard, maar niet zoveel dat we Mia boos willen maken. Ik hoop dat Dyab ons vergeeft en begrijpt’, aldus hoofdredacteur Karel Verhoeven.