Liberaal vicepremier:
‘Pieter was wat stijf in de omgang, maar we stelden ons daar geen vragen bij’
In de aanloop naar Kerst duiken ieder jaar verhalen op waar we met z’n allen stil van worden. Ook dit jaar blijkt een man al maanden, waarschijnlijk zelfs al twee jaar overleden te zijn zonder dat zijn omgeving iets in de gaten had. Het gaat over Pieter De Crem (CD&V), staatssecretaris voor Buitenlandse Handel.
‘Oef, als de regering valt, zal het niet ónze schuld zijn!’, lachte vicepremier Kris Peeters vorige vrijdag tegen De Crem en hij gaf zijn partijgenoot een schalkse klap op de rug. Het lichaam van De Crem gaf geen krimp en tuimelde omver.
Een Wetstraatdokter stelde vast dat het overlijden mogelijk al dateert van oktober 2014, toen De Crem moest vernemen dat hij geen minister meer zou worden, laat staan vicepremier.
Eenzaat
Bij de meerderheidspartijen is er geen consensus over hoe het kunnen gebeuren is dat een dode man al die tijd lid was van de regering zonder dat iemand onraad rook. Volgens verschillende ministers was de man een eenzaat en had hij weinig contact met anderen. ‘Hij was zeer stil en veroorzaakte nooit problemen’, zegt een liberale vicepremier. ‘Hij was wat stijf in de omgang, maar we stelden ons daar geen vragen bij.’
Enkel de hond des huizes had iets in de mot. ‘Opvallend vaak was Pieter spoorloos en bleek Piketty hem begraven te hebben in de tuin’, getuigt zijn echtgenote. ‘Maar even afborstelen en hij zag er weer fris uit als vanouds.’
‘Dit verhaal herinnert er ons aan dat er nog veel eenzaamheid is in België, zeker in de Wetstraat’, zegt Wouter Beke, voorzitter van CD&V. De partij heeft voorlopig geen plannen om De Crem te vervangen. ‘Dat is niet aan de orde. Niemand stoort zich aan Pieter, dat kun je van de meeste andere regeringsleden niet zeggen.’