Ongeveer de helft van de kinderen tussen drie en twaalf jaar worstelt met vragen over offshoreconstructies. Ze hebben het lastig om een gesprek aan te knopen met hun ouders over belastingparadijzen waar achter iedere palmboom een dozijn brievenbussen schuilgaat. Dat blijkt uit een enquête van jeugdjournaal Karrewiet.
‘Ouders schamen zich omdat ze niet het goede voorbeeld geven, terwijl kinderen bang zijn om de relatie met hun ouders te verstoren’, duidt kinderpsychiater Peter Adriaenssens (KU Leuven). ‘Nochtans zijn offshoreconstructies vaak perfect legaal, in tegenstelling tot de veranda en de carport.’
Fiscale achterpoortjes blijven taboe in de meeste gezinnen. Toch raadt Adriaenssens ouders aan om erover te spreken: ‘Dat kan de band tussen ouder en kind versterken. Het wederzijdse vertrouwen zal toenemen.’
Loïc (7):
‘Ik keur niet goed wat mama en papa hebben gedaan, maar ik snap het wel’
Dat ondervond ook Emilie (5). ‘Je ouders blijken niet perfect, je voelt je in de steek gelaten’, getuigt het meisje. ‘Maar mama en papa zijn ook maar mensen, met goeie kanten en gebreken. Een jaar lang heb ik iedere nacht opzettelijk in bed geplast, nu besef ik dat het tijd is voor vergiffenis.’
In de meeste gevallen moeten kinderen het initiatief nemen. ‘Ik heb mijn ouders geconfronteerd met de onthullingen in Knack en De Tijd‘, zegt Loïc (8). ‘Ik heb ze hun constructies laten opbiechten zonder een moreel oordeel te vellen. Ik keur niet goed wat ze hebben gedaan, maar ik snap het wel.’
Dat mama en papa ook de spaarcentjes van Loïc naar Panama hadden versluisd, was slikken. ‘Maar misschien was ik gewoon een naïeve snotneus? Uiteindelijk hebben mijn ouders het beste met me voor’, weet de jongen. ‘Laat me nog even geloven in het goede van de mens, later heb ik nog tijd genoeg om een even cynische zak te worden als papa.’
Dit artikel is eerst verschenen op The Vremde Mirror.