De kranten suggereren dat Björn Soenens, hoofdredacteur van Het journaal, onder vuur zou liggen binnen de VRT en zijn eigen redactie.
Björn Soenens zelf ontkent die feiten niet, maar vindt de manier waarop bepaalde media het nieuws naar buiten brachten ‘erg eenzijdig en ronduit negatief.’ Volgens hem bieden de feiten nochtans ‘enorme opportuniteiten voor constructieve journalistiek’.
‘Zelfs als er één medewerker zou zijn die in een e-mail mijn leiding in vraag heeft gesteld, dan nog zou dat betekenen dat de overgrote meerderheid van mijn personeel dat niet heeft gedaan’, zegt Soenens. ‘Mocht ik dus hoofdredacteur van De Morgen zijn, dan had ik de titel van dat stukje laten veranderen in “Overgrote meerderheid VRT-medewerkers staat pal achter Björn Soenens”,’ aldus Björn Soenens. ‘Of dus achter een andere hoofdredacteur dan, omdat ik dan zelf al hoofdredacteur van De Morgen zou zijn, en die twee jobs nu eenmaal moeilijk verenigbaar zijn, haha.’
Soenens ontkent helemaal niet dat er soms problemen zijn, maar hij vindt dat die niet moeten worden opgeblazen. ‘Zelfs in het beste huwelijk zijn er al eens strubbelingen, het is stil waar het nooit waait’, weet de hoofdredacteur. ‘Die zogenaamde conflicten op de werkvloer wijzen op een grote betrokkenheid van de VRT-werknemers. Op hun passie voor de job, op hun mogelijkheid om zelfstandig en kritisch door te werken. Dat zijn positieve elementen die mij met sterken in mijn vertrouwen dat de VRT ook in de toekomst de norm blijft voor constructieve, niet-deprimerende journalistiek.’
Soenens benadrukt dat Het journaal vandaag al het grootste marktaandeel heeft bij kinderen, werkenden en gepensioneerden. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Het nieuws van VTM. ‘Enfin, ik heb daar geen precieze cijfers over, maar dat voel ik toch zo aan’, deconstrueert Soenens de feiten.
Björn Soenens:
‘Ik neem niemand iets kwalijk, zo steek ik niet in elkaar’
De hoofdredacteur betreurt de manier waarop De Morgen één en ander formuleerde. Toch is hij de laatste om stenen te gooien naar die krant. ‘Ik neem niemand iets kwalijk, zo steek ik niet in elkaar. Ik wil er alleen op wijzen dat de kwaliteitskrant De Standaard ditzelfde verhaal veel neutraler en positiever naar buiten heeft gebracht. Zo kan het dus ook.’