Het onderzoek spitste zich toe op koosnamen die heteroseksuele vrouwen kiezen voor hun partner, en of daar sociologische conclusies aan kunnen verbonden worden.
Dick Delafontaine van de VUB, die het onderzoek leidde: ‘Regionaal zijn er typische verschillen. Zo zal je ‘zoetje’ veel meer horen in Oost-Vlaanderen, en ‘schat’ in Antwerpen.’
De correlatie tussen ‘mijn ventje’ en regelmatig de Flair lezen, was bijzonder opvallend. ‘Over je partner spreken als ‘mijn ventje’ is niet zo populair. Ongeveer 11% van alle vrouwen doet het, maar wie het doet, heeft een enorme kans een Flair-abonnement te hebben’, zegt Delafontaine.
De onderzoeker wil nog niet spreken van een causaal verband. ‘Daarvoor is het te vroeg. Maar het valt wel op dat bij een cursorische lezing, Flair er nogal stereotype benaderingen op nahoudt van de seksen’, stipt Delafontaine aan.
Hij trekt de wenkbrauwen op terwijl hij door het magazine bladert. ‘Als je natuurlijk je lezeressen constant voedt met het idee dat een man een zielige neanderthaler is die nog z’n veters niet kan strikken, dan kan je zoiets wel krijgen.’
Delafontaine zegt dat het ook andersom kan. ‘Mensen die denken in clichés, voelen zich aangetrokken tot media die die clichés bevestigen. Je ziet hier tegelijk dat de man – het ventje – behagen ook een buitensporige rol speelt.’
De resultaten van het VUB-onderzoek roepen de vraag op of dergelijke correlaties ook bij mannen te vinden zijn. ‘Misschien kan het wel dat wie vaker de P leest, meer zal spreken over ‘mijn wijf’ of ‘die van ons’, ja’, oppert Delafontaine.
Op de redactie van de Flair zelf is men verbaasd. ‘Wij dachten dat bijna iedereen dat wel eens zei, ‘mijn ventje’. Dat is toch schattig?’ zeg redactrice Sophie Lagerwerf.
Dick Delafontaine:
‘Kans groot dat wie vaker P leest, zijn partner ook ‘mijn wijf’ zal noemen’
Ze ontkennen ook dat ze stereotypering zouden voeden, maar hadden verder geen tijd om ons te woord te staan. ‘We moeten nog naar Ladies @ the Movies in de Kinepolis’, lacht ze.