Een bredere Brusselse Ring bedreigt de levenskwaliteit en de rust van de Antwerpenaar.

Antwerpse hippies tegen bredere Brusselse Ring

Enkele belangengroepen uit Antwerpen verzetten zich tegen de verbreding van de ring rond Brussel. Zij vrezen fijn stof en overlast. ’De Antwerpenaar moet zich kunnen uitspreken over Brussel.’

Ademloos, stRaten-Generaal en de politiek partij Groen schakelen een versnelling hoger in hun strijd tegen oplossingen voor aanslepende mobiliteitsproblemen. Zij vinden het ongehoord dat de Vlaamse regering heeft beslist de Brusselse Ring te verbreden.

‘Een verbreding komt neer op een autosnelweg náást een autosnelweg’, redeneert partijvoorzitter Wouter Van Besien. ‘Dat heeft een onaanvaardbare impact op het leefmilieu en de gezondheid van de Antwerpenaar.’

Groen! lanceert daarom, samen met de twee actiegroepen, een groot offensief om de verbreding alsnog tegen te houden. De Antwerpse hippies eisen een referendum, zodat de Antwerpenaar zich kan uitspreken over de Brusselse Ring.

Wouter Van Besien:
‘Een verbreding komt neer op een autosnelweg náást een autosnelweg’

‘Het is onaanvaardbaar dat wij niet gehoord werden’, zegt Wim van Hees, voorzitter van de zelfhulpgroep voor astmapatiënten Ademloos. ‘Als de wind slecht zit, zal de Antwerpenaar worden geconfronteerd met een toename van fijn stof die veel groter is dan verwacht.’

Ademloos en stRaten-Generaal zijn meer gewonnen voor een alternatief voor de verbreding van de Ring, met name een totaalverbod op auto’s. ‘Ons voorstel werd nooit op een ernstige en onafhankelijke manier onderzocht’, klaagt Manu Claeys van straten-Generaal. ‘Het is nochtans dringender dan ooit, want de overlast door autosnelwegen zal enkel toenemen.’

Zo zal de verbreding ook voor meer lawaai zorgen, mogelijk tot in de Antwerpse buitenwijken. ‘Onze levenskwaliteit en rust komen in gevaar. Ik kan niet rustig zitten mediteren als ik weet dat er ondertussen méér auto’s over de ring rijden’, zegt Van Besien. ‘En het is toch niet eerlijk dat de Brussel een verbreding krijgt terwijl wij nog niet eens een ring hebben die naam waardig? Niet in mijn achtertuin, dan ook niet in de úwe!’