Slimme kinderen zijn de voornaamste reden dat de onderhandelingen over de hervorming van het onderwijs muurvast zitten. ‘Zonder slimme kinderen geen domme kinderen’, meent Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet. ‘Zolang we slimme kinderen niet weren uit het onderwijs, blijven de schotten tussen BSO, TSO en ASO stevig overeind.’
Is het nodig om speciaal voor hen nog een richting Latijn of Latijn-Grieks in leven te houden, vraag Smet zich af. ‘Waarom 80 procent halen op je rapport als 70 of 60 procent ook ruim voldoende is om over te gaan naar het volgende jaar? Iedereen moet wat water bij de wijn doen, maar dan toch vooral de sterke leerlingen.’
Uit pedagogisch onderzoek blijkt dat het voor een dom kind onmogelijk is zich aan te passen aan een intelligent kind. ‘Slimme kinderen daarentegen kunnen hun niveau probleemloos aanpassen aan dat van domme klasgenootjes’, zegt Smet. ‘Als zij die solidariteit niet kunnen opbrengen, plaatsen ze zichzelf buiten het systeem. Het onderwijs moet op zoek naar leerlingen op maat van de hervorming.’
De minister haalt aan dat slimme kinderen de voornaamste bron van ongelijkheid zijn. ‘Zij maken het onmogelijk voor zwakke leerlingen om nog te volgen. Leerlingen die altijd hun vinger opsteken, een halfuur eerder klaar zijn met wiskundeoefeningen dan de rest van de klas en in hun eentje het klasgemiddelde met 10 procent optillen, zijn een plaag voor een onderwijs dat iederéén mee wil trekken. Het kan niet dat een paar bollebozen mijn plannen dwarsbomen. Zonder slimme kinderen kunnen we de lat ongegeneerd op de grond leggen.’
Slimme kinderen uit het onderwijs weren lijkt inderdaad een logische maatregel als je er niet te lang over nadenkt. ‘Maar wanneer ze goodwill tonen, krijgen ze een tweede kans op de Vlaamse schoolbanken. Dat kan door hun niveau aan te passen aan dat van dyslectische, dyscalculische of autistische klasgenootjes. Ook wanneer ze hun voorsprong ombuigen in achterstand, blijven ze welkom’, belooft de socialist.
Pascal Smet:
‘Het onderwijs moet op zoek naar leerlingen op maat van de hervorming’
Kennis is niet alles, besluit Smet. ‘Allemaal mooi, hoor, dat je als twaalfjarige weet wie Vlaams minister van Onderwijs is. Maar echt levensnoodzakelijk is dat niet. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik het zelf ook zou moeten opzoeken. En ik ben het levende bewijs dat je zonder dat te weten ook elke dag op tv kunt komen.’