De seizoensstatistieken van het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) liegen er niet om. Deze herfst was er één uit de duizend. Tussen 1 september en 30 november – de zogenaamde meteorologische herfst – bedroeg de gemiddelde temperatuur 10,9 graden, wat exact de statistische waarde is. Ook qua hoeveelheid neerslag en uren zonneschijn was deze herfst doodnormaal.
Een normale herfst zou een geruststellende gedachte moeten zijn. Niet zo voor weerman Frank Deboosere. Hij trekt aan de alarmbel en ziet het einde der tijden naderen. ‘De cijfers van de voorbije meteorologische herfst zijn hoogst verontrustend. Normaal gezien is elk seizoen volgens onze statistieken volstrekt abnormaal. De ene keer is de lente te droog, een andere keer is de zomer te koud of de winter te warm. Abnormaal was stilaan het nieuwe normaal. Maar de herfst van 2012 gaat daar helemaal tegenin. Hij was compleet normaal. Zo erg zelfs dat we niet anders kunnen dan concluderen dat deze herfst abnormaal normaal is.’
Toch is er ook een lichtpuntje, zegt Deboosere. ‘De maand november was abnormaal. Er viel slechts 44,7 mm neerslag, terwijl dat 76,4 mm had moeten zijn. Die waarden zijn normaal abnormaal. De andere parameters van november waren dan weer wel abnormaal normaal. De zon scheen even veel uren als onze tabellen voorschrijven en ook het aantal neerslagdagen week niet af van ons cijfermateriaal. Het is beangstigend dat de weersomstandigheden minder extreem worden. Wie gelooft er mij nu nog
wanneer ik ervoor waarschuw dat de aarde opwarmt?’
Frank Deboosere:
‘Het is beangstigend dat het weer minder extreem wordt’
Deboosere ziet in de meteorologisch normale herfst het zoveelste bewijs voor de ingrijpende klimaatveranderingen. ‘Het klimaat is helemaal de weg kwijt. Volgens onze modellen komt een normale herfst eenmaal in de twintig jaar voor. In de praktijk is dat nog een pak minder. Dat het klimaat de tabellen en de statistieken van het KMI volgt, bewijst hoe erg de toestand is.’