Om het spijbelprobleem aan te pakken, voert minister van Onderwijs Pascal Smet (sp.a) ingrijpende maatregelen door. ‘Het absenteïsme in de middelbare scholen is een nijpend probleem dat dringend moet worden aangepakt’, beweert Smet. ‘Daarom moeten de leerkrachten meer middelen krijgen om studenten naar de les te krijgen. Geld is bij tieners een gevoelig onderwerp. Daarom moet het mogelijk worden om leerkrachten hun leerlingen GAS-boetes op te leggen.’
De spelregels zijn eenvoudig, stelt Smet, zelfs een kansarm kind zou ze verstaan. ‘Wie niet komt opdagen in de les zonder doktersbriefje moet 150 euro ophoesten. Wie te laat in de les komt, kan 50 euro armer worden. Voor recidivisten kunnen die bedragen verdubbeld worden’, rekent de minister voor. Hij weerlegt dat dokterskinderen een concurrentieel voordeel hebben. ‘Kinderen van goeden huize spijbelen niet en hebben geen vals doktersbriefje van mama of papa nodig om hun slecht gedrag te maskeren. Het zijn vooral kansarme kinderen de kantjes ervan aflopen.’
Volgens de socialist kunnen leerkrachten binnen het wettelijke kader boetes uitschrijven. ‘Leerkrachten staan in feite in voor de handhaving van openbare orde en veiligheid. Wanneer tieners niet in de les zitten, hangen ze rond op straat. Daar zorgen ze voor overlast en zijn ze een gevaar voor de samenleving. Eigenlijk is een leerkracht niet meer dan een politieagent die lesgeeft. Het enige wat hem nog ontbreekt is een gummiknuppel, het onhebbelijke karakter heeft hij al.’
Om consequent te kunnen optreden, zullen de GAS-boetes binnen schoolmuren verlaagd worden tot 12 jaar. Her en der rijzen er vragen of dat niet wat te ver gaat. Smet spreekt dat op schoolmeesterachtige wijze tegen. ‘We evolueren meer en meer naar een domme maatschappij wanneer tieners het vertikken naar de les te gaan. Als ze niet uit zichzelf de discipline hebben om dat te doen, moet de Vlaamse overheid leerkrachten een handje helpen hen te stimuleren. Dat schept ook gelijke kansen onder de tieners.’
Pascal Smet:
‘Eigenlijk is een leerkracht niet meer dan een politieagent die lesgeeft’
De Vlaams minister van Onderwijs denkt, kortom, alweer een succesrecept gevonden te hebben. ‘Na een geslaagde proefperiode zullen leerkrachten vrij zijn om de GAS-boetes in een ruimere context te interpreteren. Een leerling die een broodje eet tussen twee lesuren en daarbij kruimels morst op zijn bank is heel vervelend. In plaats van hem te berispen of naar de directeur te sturen, kan de leerkracht de balorige scholier een GAS-boete aansmeren. Zodra die betaald is, kan hij gewoon verder de les volgen. Een simpele, maar geniale maatregel – om zoiets te bedenken moet je lang gestudeerd hebben.’