‘Het gaat hier zonder tegenspraak om een ramp’, zegt Mahassine, een Limburgse socialist. ‘Wanneer je met je privévliegtuig over de site vliegt, zie je een spoor van vernieling. Zoiets kon onmogelijk voorspeld worden, ook niet door de een of andere Spaanse site. Deze tragedie is van uitzonderlijke omvang.’
Mahassine pleit ervoor dat het ontslag van de duizenden werknemers wordt erkend als natuurramp. ‘Dan maken de slachtoffers aanspraak op een vergoeding uit het Rampenfonds’, argumenteert de politicus. ‘Niemand treft schuld, want er was duidelijk sprake van overmacht. Ik benadruk: overmácht, geen overcapaciteit. Een economische storm zoals deze is uitermate zeldzaam, daar is niets tegen bestand.’
Stephen Odell, de baas van Ford Europe, sluit zich aan bij Mahassine. ‘Ik breng niet graag slecht nieuws. Maar ik ontken dat we te lang geaarzeld hebben met communiceren. We wilden eerst weten hoe groot de schade was. Het zou immoreel geweest zijn als we vooraf duidelijkheid hadden geschept.’ In een opmerkelijke open brief ontkent Odell contractbreuk.
Vlaams-minister president Kris Peeters (CD&V) spreekt eveneens van een vreselijke, niet te voorspellen ramp. ‘Ik wist echt niet dat Ford Genk zou sluiten. Laten we ophouden met kibbelen en eensgezind de zwartepiet doorschuiven naar de federale regering’, stelt Peeters in de verzoenende wijs.
Het pleziert Mahassine en Peeters dat de pers massaal verslag uitbrengt van de tragische gebeurtenis. ‘Dat is goed voor de hedendaagse mythevorming‘, legt Mahassine uit. ‘De ramp in Genk vertoont gelijkenissen met de prototypische vertellingen van de vloed, het slachtoffer, de held, de goede moeder en de bedrieger. Het zijn universele, steeds terugkerende oerverhalen. De pers verzoent ons met een soort fatalisme: niemand mag aansprakelijk gesteld worden. En al zeker de socialisten niet.’
Chokri Mahassine:
‘Niemand is aansprakelijk, en zeker de socialisten niet’
De vakbonden pleiten ervoor om ontslagen werknemers die ouder zijn dan vijftig gratis drankbonnen te schenken.