‘Het is een schande’, briest Vicky Smolders tijdens een overstap in het station Gent-Sint-Pieters. Haar langverwachte familie-uitstap naar de kust begon in mineur. ‘Willen wij eens genieten van een dagje aan zee en hopen wij dat de trein er meteen een beetje reizen van maakt, dan kom je terecht tussen zo’n meute treinpendelaars. Het minste wat je dan kunt verwachten, is dat ze meehelpen om een vakantiesfeer in de coupé te krijgen. Maar neen, het enige wat je ziet, zijn lange gezichten en vieze blikken. Leuk hoor, om zo je uitje te beginnen.’
‘En dat gezaag!’ valt haar man Eddy Smolders haar bij. ‘De trein is te vroeg, de trein is te laat, de trein is te warm, de trein is te traag. ’t Is precies nooit goed voor die mensen. Waarom nemen ze de trein dan nog? Sukkels! Als ik met mijn auto naar het werk kar, hoor je mij toch ook niet klagen over hoe slecht ik wel rijd?’
Ook Jenny Steen uit Antwerpen heeft geen goed woord over voor de abonnees die met de trein naar het werk pendelen. ‘Een hele dag op een bureau zitten slapen en dan nog te lui om een paar minuutjes recht te staan in de trein! Ze eisen dat wij onze strandtassen van de zetels halen, maar hallo-o, heb je al gezien hoe smerig de vloer van zo’n trein is? En mijn voeten op de zetel leggen mag ook al niet, volgens die omhooggevallen forenzen. Die beseffen niet hoe vermoeiend het is om de hele dijk van Blankenberge af te wandelen, zeker?’
‘Manieren hebben die mensen niet’, meent een ziedende Franky Cnockers, op de terugweg van Plopsaland. ‘Dat staat daar op het perron maar te drummen en voor te kruipen om zo snel mogelijk de trein op te vliegen. Ze kijken daarbij naar niets of niemand, hé. Onze Kenji werd gewoon omver gelopen en helemaal vertrappeld. Allez, zijn Cars-autootje toch. Onze Kenji de hele reis ontroostbaar natuurlijk, maar dacht je dat er één excuus van afkon? Neen, nog nijdig kijken ook en ons de les komen spellen dat onze kleine zijn klep moet houden. Ik heb hun klep schoon dichtgetimmerd, ja!’
Een oud vrouwtje, dat tegen zes uur terug in Brussel wil zijn om haar soap niet te missen, klampt ons aan met een indringende vraag. ‘Madam, vertel mij eens: waarom steken ze al die dagelijkse pendelaars niet gewoon in een aparte pendeltrein of zo? Dan kunnen ze speciale klanten zoals wij, die geen abonnement van het werk krijgen, tenminste de plaats en service krijgen waarvoor we ook betaald hebben.’
MIVB-topman Kris Lauwers is dat idee zeer genegen. ‘Ik heb altijd al gezegd dat abonnementshouders niet thuishoren op het openbaar vervoer. Zij maken te veel gebruik van het openbaar vervoer zonder dat het ons een rotte frank opbrengt. Dagjestoeristen darentegen kunnen we als geldmachines uitmelken. Ik steun ieder pleidooi voor een verbod op abonnementen!’
Oud vrouwtje:
‘Waarom steken ze al die dagelijkse pendelaars niet gewoon in een aparte pendeltrein of zo?’
Ook Jannie Haek, CEO van de NMBS-Holding, staat te springen: ‘Mijn handen jeuken om de abonnees aan te pakken. Ik wil hen zelfs persoonlijk af de trein smijten als het moet, met al hun kritiek altijd. Maar ik mag niet: het behoort niet tot mijn takenpakket. Dat is de bevoegdheid van dat zachtgekookte ei van een Descheemaecker.’
On the record wou NMBS-baas Marc Descheemaecker niet reageren. Wel liet hij weten ‘de lastercampagne van die omhooggevallen sos beu te zijn’. ‘Jarenlange ervaring heeft van mij minstens een halfhardgekookt ei gemaakt’, aldus Descheemaecker.