Jelle (7) is een leesgierig baasje. De meeste van zijn leeftijdgenoten trappen op een bal, vangen mussen of spelen plastisch chirurgje. Jelle niet. Hij is verzot op boeken, het liefst met spannende verhalen die goed aflopen.
Gisteravond kroop hij na school op de tram naar huis. Uit zijn tas haalde Jelle ‘Het stoute monster dat alle centjes opeet’, een verhaal van jeugdschrijver Bart Blauwvoet over een vreselijk gedrocht dat het geld van brave mensen komt opschrokken. Doordat Jelle nog niet in stilte kan lezen, prevelde hij de zinnen van het verslavende verhaal hardop.
‘Iedereen op de tram zweeg, zodat we goed konden verstaan wat die jongen daar zo schoon zat voor te lezen’, lacht Albert Dhooge (69). ‘Hij ging helemaal op in het verhaal. Soms zag je zijn ogen groot worden van verwondering.’
Helaas liep Jelles eigen verhaal niet goed af.
‘En toen sprong er opeens een boef van achter de struiken! Een ongewassen boer die stonk naar pipi en kaka, met een smerige stoppelbaard van wel dertig dagen en een gemeen loensend oog’, las het jongetje. Net op dat moment voelde hij een zware hand op zijn schouder. Tot zijn grote verbazing stond daar een guur manspersoon die perfect voldeed aan de beschrijving die hij zonet had voorgelezen.
‘Een inspecteur van Sabam!’, gilde een studente die ooit eens een illegale fuif had georganiseerd. De jonge vrouw wierp haar lichaam door een ruit en werd vermorzeld onder een bakfiets.
‘Inderdaad’, bevestigde de inspecteur met een schrikbarende grijns. ‘Voor kinderen is er geen uitzondering in de wet. Een tram is publieke plaats en dus moet er betaald worden voor een voorleessessie.’
Omdat Jelle een volgzaam kereltje is, vroeg hij hoeveel hij dan wel betalen moest. ‘De lijst met tarieven staat op onze website’, gromde de inspecteur boosaardig. ‘Maar voor jou reken ik gemakshalve 250 euro aan.’
‘Tweehonderdvijftig euro? Maar zoveel centjes heb ik helemaal niet! Mijn mama trekt van de ziekenkas en mijn papa is een egoïstische klaploper die ons heeft laten staan voor een hoer die zwaar aan de heroïne zit’, argumenteerde Jelle. ‘Ik kan u hoogstens 50 cent overhandigen.’
Inspecteur Sabam:
‘Voor kinderen is er geen uitzondering in de wet’
‘Dat is niet voldoende’, rekende de inspecteur uit. ‘Kom maar mee met mij, dan lossen we dit op.’ De kleine Jelle werd stampend en krijsend meegesleurd naar het UZ Gent, waar een dokter één van zijn nieren verwijderde. Jelles moeder zal opdraaien voor de operatiekosten.
Jérôme Van Win, woordvoerder van Sabam, verdedigt de ingreep. ‘Het weghalen van Jelles nier gebeurde onder hygiënische omstandigheden. Dankzij zijn donornier kon het leven van een jonge patiënt gered worden’, stelt Van Win. ‘Daaraan zie je dat onze inspecteurs niet de harteloze onmensen zijn waarvoor ze zo vaak versleten worden.’