De opmerkingen van N-VA’er Vic van Aelst in De Morgen zijn heel wat politici in het verkeerde keelgat geschoten. Vooral bij de PS wordt verontwaardigd gereageerd.
‘We hebben al langer de indruk dat de N-VA onze voorstellen niet wil begrijpen. Nu weten we ook hoe dat komt. Het is niet zo dat de N-VA-onderhandelaars ons niet willen verstaan, ze verstaan ons echt niet’, klaagt voorzitter Elio Di Rupo. ‘Wellicht zijn ze te dom.’
Dat laatste is een duidelijke verwijzing naar een interview dat premier Yves Leterme een paar zomers geleden gaf over de onwil van Franstaligen in de Rand rond Brussel om Nederlands te leren.
Bart De Wever zelf staat achter Van Aelsts pleidooi. ‘Frans is een verbastering van Latijn. Latijn is een taal die je kunt leren. Frans is een soort dialect. Wat zouden onze Vlaamse kinderen tijd verliezen met het aanleren van een dialect?’
De voorbije topontmoeting tussen De Wever, Di Rupo en bemiddelaar Wouter Beke (CD&V) stond helemaal in het teken van deze nieuwe taalrel.
Beke lanceerde een compromis. ‘We moeten de Franse les eenvoudiger maken. Waarom hebben zo veel Vlaamse kinderen het lastig met het Frans? Omdat het gewoon te moeilijk is. Vergelijk de eenvoudige Engelse werkwoordsvormen maar eens met de Franse werkwoorden en al hun onregelmatigheden. Dan verwondert het toch niet dat onze Vlaamse jeugd geen Frans wil leren of spreken?’
Elio Di Rupo zou zich alvast bereid hebben verklaard de subjonctif te laten vallen, net als de congruentie tussen de participe passé en het lijdend voorwerp, als dat tenminste vóór het werkwoord staat. Of zoiets.
Het opheffen van mannelijke en vrouwelijke woorden – un of une – is voorlopig nog niet aan de orde.
De eerste reacties bij romanisten op de uitgelekte voorstellen voorspellen niet veel goeds. ‘De rijkdom van de Franse taal gaat verloren als de subjonctif zou komen te gaan’, meldt Jean-François Jacques, leraar Frans op rust.
Bart De Wever: ‘Frans is een dialect van Latijn. Waarom tijd verliezen met het aanleren van een dialect?’
Ook defensieminister Pieter De Crem, van opleiding licentiaat Romaanse talen, springt in de bres voor het Frans. ‘Niets is toch leuker dan als Vlaming correcter en zwieriger Frans te praten dan de broebelende Walen? Zo kon ik mijn voorganger (André Flahaut, red.) in werkelijk álles overklassen’, oreert De Crem minzaam.