De VN-Veiligheidsraad keurde maandag een resolutie goedgekeurd met sancties tegen Libië. Zo wordt een totaal wapenembargo opgelegd en wordt de gewelddadige manier waarop de Libische leider Moammar Kadhafi de protesten in zijn land onderdrukt doorverwezen naar het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag.
De resolutie werd unaniem goedgekeurd door de vijftien leden van de Veiligheidsraad. De resolutie voorziet ook in het bevriezen van buitenlandse banktegoeden en een reisverbod voor Kadhafi en zijn naasten.
Dat laatste heeft Kadhafi echter zwaar in de war gebracht, zeggen waarnemers. De Libische dictator was van plan zich spontaan aan te melden bij het internationaal oorlogstribunaal in Den Haag, maar na het instellen van het reisverbod door de VN ziet hij af van die plannen.
Volgens de VN zijn er bij het geweld in Libië, sinds de start van de protesten 15 februari, al meer dan 1.000 betogers om het leven gekomen. De Verenigde Naties eisen een ‘onmiddellijke stopzetting van het geweld en maatregelen om tegemoet te komen aan de legitieme eisen van de bevolking’.
‘Ik wil wel’, zei Kadhafi in een toespraak. ‘Maar dat de met Al Qaida samenhokkende westerse honden mij dan eens uitleggen hoe ik in Den Haag kan geraken.’
Volgens waarnemers zit China achter het reisverbod. China is doorgaans zelden een voorstander van sancties tegen andere landen en heeft zich lang verzet tegen de sancties tegen Libië. Door de sancties te combineren met het reisverbod toont China zich inschikkelijk tegenover de VS, zonder de facto een precedent te scheppen.
In Egypte mogen ondertussen ook de vroegere president Hosni Moebarak en zijn naaste familie het land niet verlaten. Moebarak vertoeft in zijn villa in de badplaats Sharm-el-Sheikh aan de Rode Zee. Via Facebook heeft hij wel al contact gehad met Kadhafi. De twee hebben volgens WikiLeaks gisteren met elkaar gechat.
Kadhafi: ‘Dat de met Al Qaida samenhokkende westerse honden mij dan eens uitleggen hoe ik in Den Haag kan geraken!’
Kadhafi klaagde tegen Moebarak dat het van weinig respect getuigt dat de internationale gemeenschap met opzet zijn naam op de meest diverse manieren verkeerd schrijft.