Een molecule van de meest giftige soort dioxine. Dioxines kunnen aangewend worden om dopinggebruik te maskeren.

UCI plaatst dioxine op dopinglijst

Duitse wielerteams zijn verbolgen. De Internationale Wielerunie UCI heeft beslist om dioxine op de lijst van verboden dopingproducten te plaatsen net nu er in Duitsland een dioxinecrisis heerst.

Wereldvreemd. Zo noemde Gerrie van Gerwen, manager van het ProTour-team Milram, de beslissing van de UCI om dioxine op te nemen in de lijst van dopingproducten. Volgens Pat McQuaid, de Ierse voorzitter van de Internationale Wielerunie, helpen dioxines om dopinggebruik te maskeren. De Duitse wielerwereld reageert vol ongeloof.

‘Met één pennentrek heeft de UCI iedere Duitse wielrenner verdacht gemaakt’, vindt Van Gerwen. ‘Wie buiten zijn weten een besmette kippenfilet eet, kan voortaan zomaar geschorst worden. Dat is onbegrijpelijk, want dioxine is een gif dat renners alleen maar schade toebrengt.’

Renner Markus Eichler vroeg zich op Twitter al af of de UCI nu van hem verwacht dat hij vegetariër wordt. ‘Of moet ik vóór elke hap laten controleren of er geen dioxines in mijn eten zitten?’, vroeg Eichler. ‘Dan ga ik beter meteen in hongerstaking.’

Ondanks de storm van protest blijft Pat McQuaid de omstreden beslissing verdedigen. De UCI-voorzitter haalt enkele recente studies aan die aantonen dat dioxines reststoffen van doping versneld afbreken. Het zijn net die reststoffen waarnaar laboranten op zoek gaan om dopinggebruik te detecteren in de urine of het bloed van een wielrijder.

‘Dioxine is een traagwerkend gif. Een renner zal er op korte termijn geen schade van ondervinden. Sommige renners nemen bewust het risico op latere gezondheidsproblemen als ze op korte termijn hun prestaties kunnen verhogen’, legt McQuaid uit.

Maar wat dan met renners die onbewust dioxine innemen? Volgens het reglement van de UCI draagt de renner de eindverantwoordelijkheid voor wat hij eet en drinkt, maar controleren op dioxines is peperduur. ‘Markus Eichler moet zijn maaltijd heus niet laten analyseren in een labo. Op de etiketten van voedingswaren staat altijd het land van herkomst vermeld. Zolang hij geen producten uit Duitsland eet, is hij veilig.’

Ondertussen raakte bekend dat de dioxinecrisis zich reeds buiten Duitsland aan het verspreiden is. Ook in Belgische en Nederlandse supermarkten zou besmet voedsel liggen. Vooral bij Vlaamse amateurteams heerst ongerustheid. Daar geldt immers nog altijd de traditie om bij kermiskoersen de drinkpullen te vullen met donker trappistenbier waar een rauw ei door geklutst is.

‘Als we pech hebben en een Duits ei in onze mélange draaien, mogen we misschien niet meer koersen’, vreest wielertoerist Philip De Kezel. ‘En als we ons behelpen met trappist zonder ei, kunnen we evengoed gewoon op café gaan zitten.’

Sportjournalist Hans Vandeweghe van Het Nieuwsblad denkt te weten waarom de UCI de vreemde beslissing nam. ‘Nu lijkt het wel alsof de Duitse wielrennerij geviseerd wordt, maar dat is een samenloop van toevallige omstandigheden’, vermoedt Vandeweghe. ‘In feite probeert de Wielerunie reeds lang een rookverbod in te stellen voor wielrenners. Dat kan ze echter niet doen door nicotine op de dopinglijst te zetten, want een wielrenner kan níét verantwoordelijk gesteld worden voor passief roken.’

Renner Markus Eichler: ‘Moet ik vóór elke hap laten controleren of er geen dioxines in mijn eten zitten?’

McQuaid probeert het daarom via de omweg van de dioxine. ‘Ik moet zeggen dat hij – waarschijnlijk voor het eerst in zijn leven – een punt heeft: dioxine blijft langer in het lichaam aanwezig dan nicotine, en actieve rokers nemen beduidend meer dioxine op dan passieve’, legt Vandeweghe uit. ‘Maar heb dan toch verdorie het lef om rokende renners zonder pardon uit de competitie te schoppen!’