Na zeven jaar in Libanon, zijn geboorteland, gezeten te hebben, heeft Abou Jahjah er weer genoeg van. Hoe zit het dan met zijn politiek activisme? ‘Ook daten kan een vorm van activisme zijn, maar dan in de persoonlijke sfeer’, filosofeert hij. ‘Je kunt beter mensen overtuigen van je ideeën bij een goed glas dan door constant op de barricaden te staan roepen.’
Hij relativeert verder: ‘Maar goed, politiek activist zijn is één ding, het feit is dat een mens zich ook al eens wil amuseren. Daten in Libanon is een mijnenveld, je kunt je dat niet voorstellen.’
‘Ik had er echt genoeg van op elke eerste afspraak te moeten praten over de gruweldaden van het Israëlische leger of over de pijnlijke conflicten in Libanon zelf’, vertelt Abou Jahjah. ‘Of erger: je komt erachter dat je date familie is van een oorlogsmisdadiger of zo. Daar zit je dan met je mond vol tanden.’
De druppel voor de gewezen AEL-leider was de burgeroorlog in Syrië, een buurland van Libanon dat traditioneel een grote invloed uitoefent op de lokale politiek.
‘De fun was er helemaal uit. Zin in lekker eten, drinken of romantisch langs marktjes wandelen gaat over als je voor de vierde keer in een maand tijd hoort over gemartelde vaders, vermoorde broers of verkrachte zusters’, blaast Abou Jahjah.
Hij heeft het ook over cultureel onbegrip in Libanon. ‘Libanese meisjes hebben moeite om m’n ervaringen in Vlaanderen te verstaan. Ofwel denken ze dat ik één of andere rijke West-Europeaan ben die hun direct allerlei dure cadeaus zal kopen en met hen zal trouwen, ofwel willen ze me alleen voor de seks omdat ze denken dat mannen uit Europa los en gemakkelijk zijn.’
Abou Jahjah heeft intussen een profiel aangemaakt op diverse sites onder de swingende nickname ‘Abu Chacha’. ‘Het mag al eens luchtig zijn’, zegt hij. ‘Ik hoef ook niet te verstoppen wie ik ben. In Libanon is er altijd onzekerheid over wie nu waar staat. Hier weet ik snel wat voor vlees ik in de kuip heb, en zij weten het van mij.’
Dyab Abou Jahjah:
‘Een mens wil zich al eens amuseren. Daten in Libanon is een ramp.’
Hij haalt de schouders op en zucht opgelucht. ‘Met racistische Vlamingen weet je tenminste waar je aan toe bent. Daar kan ik mee omgaan, dat ken ik. Liever dwaze vooroordelen horen dan het zoveelste oorlogsverhaal.’