Burgemeester Bart De Wever ligt onder vuur binnen zijn eigen partij. Onder andere N-VA-voorzitter De Wever vindt dat hij te ver gaat.

N-VA-top fluit Antwerps schepencollege terug

Bart De Wever, voorzitter van de N-VA, fluit het Antwerpse bestuur terug over de oude stadsslogan. Burgemeester Bart De Wever (N-VA) reageert verongelijkt op de 'bemoeienissen van bovenaf'.

N-VA is het oneens met de burgemeester van Antwerpen. N-VA’er Bart De Wever had gedreigd met een zware sanctie tegen de Antwerpse sp.a indien de socialisten de oude stadsslogan en het stadslogo nog zouden gebruiken.

Volgens de stad schond de sp.a tijdens de 1-mei-viering de Europese wetgeving over intellectuele eigendom. ‘Sp.a moet beloven de slogan niet meer te gebruiken, zeker als het gaat om een parodie. Indien dat niet gebeurt, zullen wij een gerechtelijke procedure opstarten, wat hopelijk resulteert in een zware boete’, zei burgemeester De Wever.

Minister van Binnenlands Bestuur Geert Bourgois (N-VA) verzet zich tegen dat dreigement. ‘Wij zijn zelf een ludieke partij’, vindt Bourgeois. ‘In het verleden hebben wij bewezen over een gezonde dosis humor te beschikken.’

Ook partijvoorzitter Bart De Wever reageert afwijzend op de demarche van de Antwerpse burgemeester. ‘Hier is het redelijkheidsprincipe en het proportionaliteitsprincipe geschonden’, vindt De Wever. ‘Politiek verkozenen moeten gebruik kunnen maken van bittere spot om hun boodschap te verkondigen.’

Burgervader De Wever is evenwel niet van plan zijn dreigement in te trekken. ‘Dat zou getuigen van wel heel veel inmenging vanuit de top van een partij in de beslissingen van een coalitie. We hebben er al met voorzitter De Wever over gepraat en ons standpunt duidelijk gemaakt. Hij weet dat zijn gezag juridisch niet afdwingbaar is. Antwerpen heeft lak aan de bemoeienissen van bovenaf.’

Partijvoorzitter Bart De Wever reageert afwijzend op demarche van Antwerpse burgemeester

In Gent fluit burgemeester Daniël Termont (sp.a) bewonderend: ‘Ik had niet verwacht dat mijn Antwerpse ambtgenoot zo veel ruggengraat zou tonen tegen de dwingelandij van zijn partijvoorzitter.’