Een onderzoeker van Alexion ontwikkelt een nieuw medicijn waarvoor nog geen ziekte bestaat.

Farmareus verzint levensbedreigende ziekte

Farmareus Alexion heeft een kind een levensbedreigende immuunziekte aangepraat. 'We zochten een afzetmarkt voor een peperduur medicijn dat tegen geen enkel kwaaltje bleek te werken.'

De 8-jarige Veerle uit het West-Vlaamse Bevergem kan opgelucht ademhalen. Ze lijdt helemaal niet aan de zeldzame immuunziekte aDUS. Dat blijkt uit de gelekte briefwisseling tussen het farmabedrijf Alexion en het pr-bedrijf g+ europa. Bij Alexion ontkennen ze de feiten niet, maar leggen ze de verantwoordelijkheid elders. ‘Wij staan onder geweldige druk van de vrije markt,’ verdedig de onderneming zich.

‘We hadden een medicijn ontwikkeld, maar ter bestrijding van welke ziekte wisten we niet’, geeft afgevaardigd bestuurder Leonard Bell toe. ‘Uit een eigen studie bleek het tegen niets te werken. Niet tegen zware aandoeningen als examenstress of hooikoorts, maar ook niet tegen kleine kwaaltjes als mentale stoornissen ten gevolge van te veel schoolvakantie. Wel traden er nooit bijwerkingen op. Zonde dus om ons pas ontwikkelde, peperdure geneesmiddel zomaar in de prullenbak te gooien. Daarom kwam ons pr-bureau op de proppen met een zeldzame immuunziekte die niemand kent. Ons medicijn is levensnoodzakelijk voor de patiënten.’

Doordat de ziekte zo weinig voorkomt, kost de behandeling stukken van mensen. ‘Voor de geloofwaardigheid hebben we een een Latijns klinkende naam op het medicijn gekleefd. Onze partners van g+ europa zijn erin geslaagd enkele nietsvermoedende mensen de dodelijke aandoening aan te praten.’

Alexion:
‘We hadden een medicijn ontwikkeld, maar ter bestrijding van welke ziekte wisten we niet’

‘Dat klopt’, knikt Richard Sterneberg van g+ europe. ‘In opdracht van Alexion hebben we gezocht naar mediagenieke patiënten bij wie een dokter, die wij betalen, aDUS zou vaststellen. Het liefst hadden we een redelijk gegoed gezin dat de behandeling een tijdje kon bekostigen, maar dat zich na een tijdje toch genoodzaakt zou voelen om in de media een noodkreet te slaken. Zo kwamen we bij Veerle en haar ouders. Een betere marketingcampagne voor een medicijn dat tegen niets werkt, konden we ons niet inbeelden. Onze strategie heeft de klant een miljoenenverlies bespaard.’

Veerle reageert een tikkeltje ontgoocheld nu ze geen aDUS blijkt te hebben. ‘Mijn status onder mijn vriendinnetjes was enorm verhoogd toen de dokter aDUS vaststelde bij mij. Iedereen in mijn klas was zó jaloers! Nu blijkt dat ik geen enkele stoornis heb, zal ik toch weer een toontje lager moeten zingen op de speelplaats. Ondertussen hebben al mijn klasgenootjes vreselijke imaginaire aandoeningen waar ze de eerstkomende jaren niet meer vanaf zullen geraken. Hopelijk heeft Alexion nog fopgeneesmiddelen op overschot.’