Sint-Niklaas en zijn proletarische neger zijn niet meer welkom in Aalst.

Sint en piet niet langer welkom in Aalst

Aalst sluit de stadspoorten voor Sinterklaas en zijn zwarte pieten. 'De stad zit vol. Voor een economisch vluchteling uit Spanje en zijn negergevolg is hier geen plaats', zegt Karim Van Overmeire (N-VA).

In Aalst blijven de kinderschoentjes leeg op 6 december. De kinderen blijven verstoken van snoep en cadeautjes. De Aalsterse gemeenteraad heeft een voorstel gestemd dat Sinterklaas en zijn zwarte pieten de toegang tot de stad ontzegt. Het voorstel werd ingediend door aanstormend schepen van Inburgering, Vlaams Karakter en Niet-Belgen Karim Van Overmeire (N-VA).

‘Het is mijn taak als schepen om deze stad van vreemde invloeden te vrijwaren’, licht Van Overmeire toe. ‘Dat houdt in dat we de verfransing, die per trein uit de hoofdstad komt, een halt toeroepen. Ook de verspaansing, die blijkbaar per stoomboot komt, is een aandachtspunt. Het is niet onze schuld dat Sinterklaas niet aan de bak komt in zijn thuisland Spanje. Wij hoeven er niet het slachtoffer van te worden. Deze stad zit vol. Voor een zoveelste economische vluchteling en zijn negergevolg is hier geen plaats. Zeker niet als ze verkleed zijn.’

Jean-Jacques De Gucht (Open Vld) die in de Aalsterse oppositie zit, vermoedt dat er meer aan de hand is. ‘Het gaat Van Overmeire niet om de mogelijke OCMW-steun die de Sint hier zou vragen. We weten allemaal dat Sinterklaas de bisschop is van het Turkse Myra. Deze beslissing is ingegeven door racistische motieven.’

De sp.a, die deel uitmaakt van de meerderheid, zit verveeld met de media-aandacht voor de affaire. De lokale partij-afdeling wenst niet te reageren en mompelt dat Sint-Maarten de stad wél binnen mocht.

Karim Van Overmeire:
‘Niet onze schuld dat Sinterklaas niet aan de bak komt in zijn thuisland Spanje’

Wie wel wil reageren, is de Sint zelf. ‘In mijn boek zie ik dat er in Aalst geen stoute kindjes zijn’, aldus de goedheilig man. ‘Het is jammer dat ik hen niet mag belonen met mijn roede. Zij zijn het slachtoffer van een politiek spelletje.’