Een windhoos die onverhoeds nederdaalde in Tongeren en vervolgens noordwaarts trok, heeft de Limburgers weer verenigd. Jammer is dat. Overal in Vlaanderen heerste de overtuiging dat het Limburgse juk eindelijk afgeworpen was.
Lang heeft ons vrolijke gewest geleden onder de dominantie van politici en mediafiguren uit Limburg. Gedurende de jaren tachtig en negentig legde een hele kliek Limburgse vedetten beslag op de hoogste regionen van de hitparade. De hegemonie was totaal toen ene Steve Stevaert gezeten op zijn ezeltje de Wetstraat binnenreed. Van dan af moest alles gezellig zijn. Grootstedelijke vrijdenkers werden gemuilkorfd, tegendraadse karakters mochten ophoepelen.
Het zwaartepunt van het land kwam in Hasselt te liggen. Entertainment, politiek en pers klitten samen in het fijnmazige netwerk van een socialistische vriendenclub. Enkel een goddelijke interventie was in staat om die tegennatuurlijke constellatie te doorbreken. En ja, de gebeden van het vrome Vlaamse volk werden verhoord: de vuist van de Vader sloeg met verwoestende kracht toe op het festival Pukkelpop.
Plots werd alles anders. Schijnheilige maskers bleken niet bestand tegenover het zuiverende geweld. Zorgvuldig gecultiveerde pantsers van boerse bonhommie barstten open. Het begon te stinken in Limburg. De trotse provincialen moesten er opeens mee leren leven dat de rest van het land hen hekelde als inhalige geldwolven. Corrupte profiteurs die de poen onder elkaar verdelen in sociaaldemocratische achterafkamertjes.
De neergang was snel en niet te stuiten. Het ene na het andere dominosteentje ging onderuit in het Limburgse zand. Zakenman Chokri Mahassine zocht tevergeefs zijn heil in krokodillentranen, Hasselts burgemeester Hilde Claes moest de flikken op haar eigen politiekorps afsturen en Steve Stevaert werd op weinig rituele wijze aan het kruis genageld zonder dat hij enig martelaarschap kon claimen. Limburg werd een krabbenmand. De radeloze Luc Rademakers liet toe dat Jos Ghysen publiekelijk werd gekielhaald, terwijl minister van Media Ingrid Lieten volgens het watervalprincipe – almaar lager en lager – van haar voetstuk blijft tuimelen. Zelfs rocktrots Zornik wordt zonder veel omhaal afgetroefd door de gehate Leuvenaar Milow.
Een geluk dat we Wouter Beke nog hebben, dachten veel Limburgers. Zijn stuntelige optreden mag overtuigingskracht missen, hij oogt tenminste zo betrouwbaar dat je je afvraagt waarom hij niet gewoon schoolmeester geworden is.
Maar kijk, het Limburggevoel leeft weer op. De tornado die de hele provincie heeft geteisterd, zorgt voor nieuwe saamhorigheid. Dat bij de ramp twee drachtige koeien gewond raakten, stuwt de empathie naar ongeziene hoogten. ‘We durven elkaar weer te vertrouwen’, zegt varkenshoeder Selahattin Koçak. ‘Even leek het erop dat Limburg het nieuwe West-Vlaanderen zou worden. Een oord van achterdocht, kneuterige naijver en al dan niet terechte afrekeningen. Die verstikkende deken hebben we tijdig afgeworpen.’
Selahattin Koçak:
‘Even leek het erop dat Limburg het nieuwe West-Vlaanderen zou worden’
Vanuit het hele Vlaamse gewest komen er steunbetuigingen. ‘Het afgelopen jaar zou ik geen Limburger meer vertrouwd hebben met mijn geld, mijn basketbalclub of mijn haven, maar ach, het blijven zulke sympathieke mensen’, zegt de Oostendse ondernemer Johan Vande Lanotte. ‘Ze hebben hun lesje geleerd. Je kunt niet én machtig zijn én populair. Het is het één of het ander.’