Generatieconflicten zijn van alle tijden. Mondige senioren mogen graag klagen over een verlies aan normen en waarden bij de jeugd. Ook de eerste beschavingen geloofden dat jongere generaties geen knip voor de neus waard waren. In de twintigste eeuw kwamen die conflicten centraal te staan in de rumoerige jaren zestig. Kranige oorlogsveteraan Marcel (94) haalt herinneringen op: ‘Onze kinderen, die jong waren in mei ’68, waren tegen alles wat wij deden. Ze gingen de wereld kapotmaken met hun luiheid en hun vuil lang haar.’
Die wereld draait nog altijd en de bejaarden worden ongerust. De generatie van de Babyboomers is intussen zelf al grotendeels bejaard. ‘We wachten nu al zo lang’, zeggen Jeanne (81) en Albert (85), die bij Marcel op bezoek zijn. ‘Onze kinderen hebben hun kansen verknoeid in de Koude Oorlog. Enfin, ze hebben het wel geprobéérd. We zijn toch een paar keer dicht bij Wereldoorlog III gekomen. De jeugd van nu, die gelooft daar niet meer in. Die willen gaan werken en willen een normale familie.’
Marcel (94):
‘Ik zou graag nog wereldsteden zien branden en families elkaar zien uitmoorden, maar de jeugd maakt er een potje van’
‘Ik zou graag nog wereldsteden zien branden en families elkaar zien uitmoorden’, zegt Marcel, ‘maar de jeugd maakt er een potje van. Ze geven alleen om het milieu en om vriendschap. Zelfs roken en drinken vinden ze ongezond.’
In rusthuis Herfstkalmte in Geraardsbergen is men het tijdens het middagmaal roerend eens. ‘De jeugdcriminaliteit stelt niks meer voor vandaag. Af en toe wordt er eens iemand neergestoken, maar wat helpt dat?’, vraagt Maria (78) zich af. ‘We hadden nog gehoopt dat de fascisten de boel op gang gingen trekken, maar het Vlaams Blok (sic) trekt ook al niet meer. Mijn kleinkinderen vinden racisme ouderwets’, zegt Francine (83) bitter.
Toch weerklinkt er ook hoop. Joseph (77) eet niet mee met de andere rusthuisbewoners. We treffen hem alleen aan op zijn kamer. Met pretoogjes zegt hij: ‘Ach, die andere oude mensen kunnen alleen maar zagen en klagen. Ik geloof in de jeugd. Als er mensen zijn die de wereld nog tijdens ons leven om zeep gaan helpen, zijn zij het wel. We gaan nog wat beleven als die mannen hun goesting krijgen.’