Ex-senator Pol Van Den Driessche stelt voor om de term 'ongewenste intimiteiten' te vervangen door 'verrassingsintimiteiten'. Onze ombudsman vindt dat een goed idee.

Waarom geen ‘verrassingsintimiteiten’?

In een brief aan de redactie vraagt ex-lijsttrekker Pol Van Den Driessche de uitdrukking 'ongewenste intimiteiten' niet meer te gebruiken. Ombudsman Gianni Caspaer kan zich vinden in die vraag.

‘Als je onder tafel de dij van een politiek journaliste streelt, kun je alleen maar veronderstellen dat dat ongewenst is’, zo begint voormalig kandidaat-burgemeester Pol Van Den Driessche zijn brief. ‘Dat is fout en beledigend voor de dame in kwestie. “Ongevraagde intimiteiten” is dan correcter, of – waarom niet? – “verrassingsintimiteiten”. Plots getongzoend worden door een politieke coryfee kan een fijne verrassing zijn, zeker in tijden van doorgeslagen feminisme, nu steeds meer vrouwen iets tekortkomen.’

Nu de storm over Van Den Driessches geflikflooi gaan luwen is, is de tijd rijp om ons als journalisten af te vragen: kunnen wij ons het gebruik van de term ‘ongewenste intimiteiten’ wel permitteren? Strookt zo’n hardvochtig oordeel nog met de deontologie? Niet dat ik hier wil pleiten voor een politieke correctheid – dat doet ook mijn goede vriend Pol niet. ‘Politieke correctheid is links, ik doe daar als N-VA’er niet aan mee’, schrijft de gewezen christen-democraat en voormalige politiek expert van VTM. ‘Dit gaat om duidelijkheid, het omgekeerde van politieke correctheid. Nu we negers geen zwarten meer mogen noemen, weet niemand nog hoe we ze moeten noemen. Afrikanen? Negers zitten overal, die komen heus niet alleen uit Afrika.’

Hoe moet de redactie daarmee omspringen?

‘Het is een teer punt’, reageert redacteur Anton Voloshin, chef van de showbizzredactie. ‘Ik voel me persoonlijk ongemakkelijk telkens als ik ‘ongewenste intimiteiten’ moet schrijven, maar het is vaak de enige term die voorhanden is. Een alternatief is welkom omdat we niet genoeg tijd hebben om een eigen neologisme te verzinnen.’

Redactrice Sam Maeters, die gespecialiseerd is in maatschappelijke en institutionele thema’s, kan zich vinden in het voorstel van Van Den Driessche. ‘Als onze verantwoordelijk uitgever opeens zijn handen onder mijn rok laat glijden en zachtjes mijn schaamstreek masseert, ben ik altijd verrast. Dat wil evenwel niet zeggen dat die intimiteiten ongewenst zijn. Ongevraagd zijn wel, maar als vrouw moet je daar maar mee kunnen omgaan.’

‘Ik ga ervan uit dat er stilzwijgende verstandhouding is’, meent reporter Jonas Z. Aepenbroot. ‘Tijdens een reportage in Lissabon met andere journalisten heb ik zelf ook vrouwelijke collega’s betast en geen van hen heeft me dat achteraf kwalijk genomen. Of ze er écht blij mee waren, durf ik niet te zeggen, maar uit hun blik sprak wel verrassing. Zoiets als: “Wauw, zo’n manoeuvre had ik niet achter jou gezocht! Geile brok!” Vrouwen verwachten zoiets niet van een timide persoon als ik.’

Zowel Sam Maeters als collega-redactrice Lydia Deceuninck benadrukken dat ze nooit onder druk gezet zijn om te zwijgen over de verrassingsintimiteiten. ‘Het voornaamste probleem ligt volgens mij bij het timemanagement: als de deadline nadert, kun je je niet goed concentreren op de ongevraagde intimiteiten van mannelijke collega’s’, werpt Deceuninck op. ‘Dat kan beledigend overkomen.’

Gianni Caspaer:
‘Verrassings-intimiteiten op de redactievloer zijn speels en onschuldig’

Moet de krant bij artikels een disclosure plaatsen welke journalistes betast zijn door hun collega’s en oversten? Ik twijfel. Enerzijds past het allemaal in de hedendaagse schaamtecultuur en de openheid tegenover de lezer, anderzijds behoren zulke zaken tot de privésfeer.

Mijn oordeel is: verrassingsintimiteiten op de redactievloer zijn speels en onschuldig en moeten als dusdanig behandeld worden. Wanneer politici of collega’s van andere kranten echter aan onze vrouwen zitten, dan spreken we van ongewenste intimiteiten en zullen we de feiten zonder gêne gebruiken om met onze tegenstanders af te rekenen.

Gianni Caspaer,
verantwoordelijk uitgever/ombudsman