In de nasleep van de Arabische Lente, die begin 2011 op gang kwam, ging het ook rommelen in Syrië. Het land zit al maanden gevangen in een escalerende spiraal van geweld. Wat begonnen was als betogingen voor meer vrijheid en een einde van het corrupte Assad-regime, krijgt stilaan de allures van een burgeroorlog.
Maandenlang heeft president Assad zich geen zier aangetrokken van de kritiek, steeds kwam hij terug op zijn beloftes. Nu lijkt hij toch te plooien voor de internationale druk. Stilaan keert de Syrische leider zijn kar.
Bashar al-Assad:
‘Geen groepsverkrachtingen meer als vrouw kan bewijzen dat ze al verkracht is’
In een perscommuniqué liet Assad weten ‘minder streng’ te zullen martelen. In plaats van standrechtelijke executies zullen opstandelingen slechts ‘de ogen uitgestoken’ of ‘zonder verdoving ontmand’ worden. ‘Indien de dood toch zou volgen op de folteringen, wordt de dode op kosten van de staat begraven. Bijvoorbeeld in een stijlvol massagraf.’ Ook groepsverkrachtingen zijn voortaan uit den boze wanneer een potentieel slachtoffer kan bewijzen dat zij reeds verkracht is.
Speciaal VN-afgezant Kofi Annan reageerde positief op de doorbraak. ‘Dit is alvast een enorme stap voorwaarts voor het Syrische volk. President Assad getuigt van goede wil.’ Rapporten van het Syrische verzet in Homs lijken aan te geven dat tanks ook geen woonblokken meer vernielen, maar zich slechts richten op hospitalen en journalisten.
Amerikaans buitenlandminister Hillary Clinton liet optekenen ‘optimistisch’ te zijn dat het geweld eindelijk ‘minder extreem wordt’. Ook haar Russische collega Sergei Lavrov, tot hiertoe dwarsligger in het opleggen van sancties aan Syrië, zei verheugd te zijn dat Assad de toestand in zijn land ‘eindelijk normaliseert’ naar de toestand van vóór het uitbreken van het geweld.