Onder invloed van drank maken Aalstenaars zichzelf te schande. Allemaal de schuld van de brouwerijen, zeggen de slachtoffers..

Laveloze Aalstenaars klagen brouwers aan

De inwoners van Aalst, een nederzetting aan de oevers van de Dender, hebben een schadeclaim ingediend tegen enkele bierbrouwers. Zo proberen de Aalstenaars hun alcoholprobleem te bekampen.

De inwoners van Aalst zijn de wanhoop nabij. Ze slagen er niet in hun alcoholgebruik te beteugelen. ‘En zondag begint het carnaval. Dan zullen wij onszelf weer niet kunnen inhouden. Ik voorspel andermaal een dagenlange dronkenschap in ons huishouden’, zucht Bernadette Lievens (51) ontmoedigd. ‘Mijn man zal opnieuw zijn gevoeg willen doen in de paraplubak en ik zal blij zijn als de buren mij niet in mijn bloot gat op het dak zien kruipen, zoals vorig jaar en het jaar daarvoor.’

Volgens de statistieken van socioloog Mark Elchardus (VUB) bestaan er in Aalst geen gezinnen waar níét gedronken wordt. ‘Ooit heb ik daar een enquête proberen te houden over drankmisbruik, maar ik heb niemand gevonden die nuchter genoeg was om mijn vragen coherent te beantwoorden’, zegt Elchardus. ‘Als academicus was ik ontzet dat mijn steekproeven geen enkele statistische standaardafwijking vertoonden.’

Omdat de Aalstenaars hun eigen drankzucht grondig beu zijn, dienen ze klacht in tegen vijf Belgische brouwerijen. Het gaat over AB Inbev, Duvel-Moortgat, Orval, Haacht en Alken-Maes. ‘Deze rechtszaak is het laatste redmiddel. Als het nu niet lukt om de ernstige alcoholproblemen aan te pakken, zal het nooit lukken’, benadrukt advocaat Jurgen Boelmeesters. ‘De brouwers moeten worden veroordeeld omdat ze de Aalsterse bevolking in een levensbedreigende wurggreep houden.’

Enkele maanden geleden nog dachten de Aalstenaars de oplossing gevonden te hebben door alle beschikbare bier in één keer op te drinken, zodat de brouwerijen door hun voorraad zouden zitten. Maar alleen de trappisten van Orval kregen ze zo op de boetvaardige knieën.

In de jaren negentig had het schepencollege al geprobeerd een alcoholverbod op te leggen. Burgers zagen zich toen genoodzaakt om drank te smokkelen vanuit het gehate gehucht Dendermonde, dat daardoor een economische boom kende zonder dat het de lasten van het drankmisbruik moest dragen. Dagelijks importeerden smokkelaars 240.000 blikjes bier voor de 75.000 Aalstenaars. Onder druk van de eigen slijterijen trokken de dorpsoudsten het verbod weer in – zij het gedeeltelijk: de handel in alcohol was weer toegestaan, maar de consumptie bleef verboden.

Ondanks de draconische maatregelen nam het drankmisbruik steeds ergere vormen aan. De politie is zelf te bezopen om de drooglegging af te dwingen. Recent kende het Aalsterse alcoholisme, dat mogelijk erkend wordt als chronische ziekte, enkele trieste hoogtepunten. Zo werd burgemeester Ilse Uyttersprot (CD&V) betrapt toen ze in beschonken toestand stond te poepen op een toren. Een hartverscheurende documentaire, De helaasheid der dingen, gaf de verwoestende verslaving een menselijk gezicht. De treurnis houdt niet op: dit jaar is er geen Prins Carnaval omdat geen enkele kandidaat op zijn benen kon blijven staan. Uit arren moede werd Stephanie Daelman op de schouders gehesen als Prinses Carnaval.

Andy Coppieters:
‘Door de drank zijn we ons zelfrespect verloren’

‘Dat was voor veel Aalstenaars de druppel’, zegt Andy Coppieters (39) aan de toog van Café Safir. ‘De brouwerijen kunnen hun handen niet langer in onschuld wassen. Door de drank zijn we ons legendarische zelfrespect verloren. Ruim de helft van de bevolking leeft onder de armoedegrens en door de lage levensverwachting hoor je al op je veertigste tot de dorpsoudsten. Het alcoholmisbruik van ouders veroorzaakt vreselijke vergroeiingen in het gelaat van onze kinderen.’

Waarvoor de brouwerijen precies veroordeeld moeten worden, is nog niet duidelijk. ‘We weten alleen dat het hun schuld is, niet de onze’, stelt Coppieters. ‘Een zekere Karl Popper zei ooit: “Alcohol is optimisme voor het volk.” Maar die theorie is dus vals, beseffen wij nu.’