Tot enkel jaren geleden behoorde het tot de charme en aantrekkingskracht van de Antwerpse kerstmarkt: de dagelijkse vechtpartijen en messentrekkerijen. Van heinde en verre kwamen ramptoeristen naar de Koekenstad afgezakt om een glimp op te vangen van de massale clashes tussen de bendes van ’t Stad en de boerkes van over ’t Water. Of tussen Bruin Mannen en Ander Bruin Mannen.
Maar de laatste jaren is het opmerkelijk rustig geworden. ‘Het aantal straatgevechten kende een onrustbarende neergang. Wat er nog restte aan handgemenen beperkte zich steeds vaker tot wat zachtaardig gepor met flessen of bevroren hamburgers. Dit jaar werd er zelfs nog geen enkel opstootje gemeld’, gaf Dirk Delechambre, woordvoerder van de stad Antwerpen, maandag toe.
‘We doen nochtans alles om de vechtpartijen te faciliteren’, verzekert burgemeester Patrick Janssens (sp.a) de pers. ‘Er zijn méér kraampjes met alcohol dan ooit tevoren en ze staan optimaal verspreid over tal van straten om zoveel mogelijk mensen in verleiding te brengen. Tevens houden we de parkeergarages en de parkings op de Kaaien kunstmatig volzet, in de hoop via verkeersagressie de eerste knokpartijen in gang te zetten. Op de Grote Markt stellen we zelfs reuzenkasseien en een open vuur ter beschikking, maar ook dat kan blijkbaar geen enkel heethoofd meer verleiden.’
Om een en ander voor de toekomst te bewaren dient de burgemeester bij Unesco een dossier in om de agressie op de Antwerpse kerstmarkt tot werelderfgoed te laten uitroepen. ‘Alleen zo kunnen we het voortbestaan van de agressieve eigenheid van onze kerstmarkt bewerkstelligen. Met de royale Unesco-subsidies kunnen we investeren in een herlanceringsbeleid van de Antwerpse kemptraditie. Ik denk bijvoorbeeld aan het aantrekken van klantonvriendelijke tramchauffeurs om wrevel uit te lokken. Of het inzetten van politie in burger. Als er opstootjes nodig zijn, ben je bij onze agenten aan het juiste adres. Rellen veroorzaken is een kolfje naar hun hand’, prijst Janssens het plaatselijke korps.
‘Ook tot de mogelijkheden behoren een stedelijke uitleendienst voor knuppels, boksbeugels en andere straatgevechttoebehoren’, somt Janssens op. ‘Of het organiseren van een straatgevechtwedstrijd met als hoofdprijs een audiëntie bij de burgevader zelf. Als het écht niet anders kan, importeren we gewoon vechtersbazen uit de Kempen.’
Patrick Janssens:
‘Als het écht niet anders kan, importeren we vechtersbazen uit de Kempen’
De burgemeester vindt het statuut van werelderfgoed niet vergezocht en spreekt over een haalbare kaart: ‘Vechtpartijen zitten de Sinjoren in het bloed. Al van toen we Druoon Antigoon zijn handen afkapten, over de tijd toen we de Spanjaarden sito presto buitenbonjourden, tot we de joden ineensloegen op vraag van Den Duits. Kortom, het gaat hier om een schoolvoorbeeld van immaterieel erfgoed. Als een nest als Aalst zijn jaarlijkse gortigheidsorgieën kan laten erkennen, waarom zou dat dan niet lukken voor een goed, eerlijk, Antwerps handgemeen?’