De Antwerpse politie werkt nu al een jaar samen met de dEUS-frontman, met groot succes.

Tom Barman als drugshond bij havenpolitie

De Antwerpse politie blijft vriend en vijand verbazen met recorddrugsvangsten in het havengebied. Het geheime wapen? Al bijna een jaar lang wordt dEUS-frontman Tom Barman gebruikt als drugshond.

Met recente vangsten van 477 en 200 kilo cocaïne oogstte de politie van Antwerpen applaus op alle banken. Het succes blijkt gedeeltelijk te wijten aan een revolutionaire aanpak van de politie die tot nu geheim is gebleven: in plaats van te vertrouwen op traditionele drugshonden is men overgestapt op Tom Barman.

‘Gewone drugshonden leveren zeer goed werk’, legde korpschef Eddy Baelemans uit op de persconferentie. ‘Maar het probleem is dat ze ook snel doodgaan.’

Drugshonden raken snel verslaafd aan het spul waar ze op jagen en krijgen een deeltje van de vangst als beloning. Dat loopt na een paar jaar fataal af voor de hond. ‘Bovendien beschikken honden niet over de communicatievaardigheden van een mens’, stipte Baelemenas aan.

Eddy Baelemans:
‘Tom weet op gelijk welke plaats feilloos drugs op te sporen, ziet wie ze bij heeft en waar ze vandaan komen’

Daarom contacteerde de politie in januari 2011 de frontman van rockgroep dEUS, Tom Barman. Zijn constitutie verdraagt drugs beter. ‘Een gemiddelde drugshond is duur om op te leiden en gaat maar een paar jaar mee. We verwachten dat we met Tom zeker nog tien jaar kunnen samenwerken.’

‘Tom heeft de juiste instincten. Hij weet op gelijk welke plaats feilloos drugs op te sporen, ziet wie ze bij heeft en waar ze vandaan komen. Hij is gespecialiseerd in cocaïne, maar ook met andere drugs heeft hij al succes geboekt’, zegt Baelemans.

De dEUS-frontman zelf was niet aanwezig op de persconferentie, maar postte op Facebook cryptisch twee regels uit het nummer ‘The Architect’: ‘I’ve reason to believe that what I find / Is gonna change the face of humankind’.

De politie onthulde in de marge van de persconferentie nog dat ze ook overwoog om een gelijkaardige samenwerking op te zetten met wielrenner Tom Boonen, maar dat men vreest dat die nog te weinig discipline aan de dag zal leggen.

‘Boonen is nog jong en laat zich gemakkelijk afleiden’, zo wordt gevreesd. ‘Als hij begint te blaffen, weet je niet of het is voor drugs of omdat hij een mooie blondine heeft zien passeren. En als er een sportwagen voorbijrijdt, begint hij dolenthousiast te kwispelen, waardoor alle drugsdealers ons zouden staan uitlachen.’