‘Wat is er in godsnaam aan het gebeuren in de eurozone?’, luidde ietwat wanhopig de eerste vraag op een overhoring van leerkracht economie Geert De Potter (57). Jeffrey Wiels, die in zijn laatste jaar economie-wiskunde zit aan het atheneum van Stekene, wist het antwoord. Meer zelfs: de pientere leerling somde ook enkele maatregelen op die Europa uit de schuldencrisis moeten helpen.
‘Europese regeringen zijn bang voor hun eigen schaduw’, wist Wiels de verzamelde pers te vertellen. ‘Ze durven zich niet meer te roeren in de markt, tenzij het te laat is en ze met belastinggeld banken moeten gaan redden. Overheden moeten weer proactief gaan optreden, zoals ze deden in de jaren vijftig en zestig.’
Uit angst om de vrije markt te verstoren hebben regeringen zich te ver teruggetrokken in hun eigen schulp, waarbij ze zich louter nog focusten op steunmaatregelen voor de allerarmsten, zowat de enige sector waar privébedrijven zich niet mee inlaten. ‘Tegelijk vierden ze de teugels voor de financiële sector. De verregaande deregulering heeft geleid tot een wildgroei aan exotische derivaten waarvan niemand wist welke effecten ze zouden hebben. Koppel dat aan een laks begrotingsbeleid en een heilige schrik voor inflatie, en alle elementen voor een recessie en een systeemcrisis liggen op tafel’, legde de jongeman uit.
Volgens hem moet de Europese Centrale Bank (ECB) weer een hogere inflatie durven toelaten. ‘Inflatie zit voor een groot deel in het hoofd. Gewone burgers hebben er minder last van dan de superrijken en de bankiers, die hun financiële vermogen deels zien verdampen. Maar – gevallen van hyperinflatie buiten beschouwing gelaten – telkens weer toont de geschiedenis dat stevige economische groei en hoge inflatie hand in hand gaan’, stelde Wiels. ‘In die zin is het goed dat de nieuwe ECB-voorzitter Mario Draghi de Europese rente meteen liet zakken tot 1,25 procent. Dergelijke maatregelen kunnen de economie weer aanzwengelen.’
Europese overheden moeten meer begrotingsdiscipline tonen, terwijl ze tegelijk ook de financiële sector aan banden moeten leggen. ‘Het is een illusie dat bankiers slim genoeg zijn om te weten waar ze mee bezig zijn’, foeterde de scholier. ‘De constructies die ze opzetten, zitten zo complex in elkaar dat je al quantummechanica nodig hebt om ze uitgelegd te krijgen. Maar ken jij één bankier die ook maar een beetje vertrouwd is met deeltjesfysica? Neen dus. Het is onaanvaardbaar dat regeringen toelaten dat banken de hele economie blootstellen aan hun wilde experimenten. Een regering moet weer achter het stuur gaan zitten en die economische sectoren ondersteunen die de meeste groei en de meeste banen opleveren. Dat is niet de financiële sector of de dienstensector, maar de industrie.’
Wegens zijn kritiek op de banken en zijn pleidooi voor verregaande overheidsinterventie kreeg Wiels meteen een aanzoek van de PvdA. De extreem linkse partij biedt hem voor de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar het lijsttrekkerschap aan in Zelzate, de enige gemeente waar zij een factor van betekenis is. Zelzate ligt op amper een kwartiertje rijden van Stekene, maar toch bedankte jonge scholier voor de eer. ‘Ik geloof nog altijd dat het kapitalisme het beste systeem is dat de mensheid bekokstoofd heeft’, verzekerde hij de verzamelde pers. ‘De maatregelen die ik voorstel zijn er niet om het kapitalisme te beknotten, maar net om het te versterken.’
In Wiels’ visie is ondernemerschap ondersteunen de beste manier om de welvaartsstaat te behouden. ‘En de welvaartsstaat onderhouden is op zijn beurt de beste manier om de economie te doen groeien’, stipte hij aan.
Marc De Vos
(Itinera):
‘Zo’n feilloos doorzicht hebben we nog maar zelden gezien’
Meteen kreeg hij een interessant aanbod van hoogleraar arbeidsrecht Marc De Vos (UGent), tevens algemeen directeur van de onafhankelijke denktank Itinera. ‘Deze jongeman kan vandaag bij ons beginnen. Zo’n feilloos doorzicht hebben we nog maar zelden gezien’, aldus De Vos.
Wiels houdt voorlopig de boot af. ‘Ik mag de financiële crisis dan wel begrijpen, maar de grammaticale regels zijn andere koek’, bekende hij blozend. ‘Op mijn overhoring kon mijnheer De Potter mij niet het maximum geven omdat ik meer dan vijf dt-fouten had geschreven. Daardoor was ik alsnog gebuisd: 3 op 10. Ik zal nog even moeten oefenen op mijn taalgebruik alvorens ik de opiniepagina’s van de kranten kan gaan volschrijven met alwetende, volstrekt onafhankelijke analyses.’