Politicoloog Paul De Grauwe: 'BHV wordt een gigantische soep als men niet dringend in de ketel roert.' (Foto Herwig Vergult)

BHV vraagt gerechtelijke bescherming aan

De logistieke groep Brussel-Halle-Vilvoorde heeft bij de Brusselse rechtbank van koophandel bescherming tegen haar schuldeisers aangevraagd. Zo probeert BHV te vermijden dat het ontmanteld wordt.

Het ziet er niet goed uit voor Brussel-Halle-Vilvoorde. De logistieke groep, gespecialiseerd in toerisme, internationale dienstverlening en clièntelistische consultancy, heeft dringend een kapitaalinjectie van 500 miljoen euro nodig. Door het zeer complexe aandeelhouderschap is er echter geen duidelijkheid over de koers die BHV moet varen. Enkele aandeelhouders opteren ervoor om de groep te ontmantelen, zodat het gezonde deel ontsnapt aan de aandacht van schuldeisers.

BHV is een semi-overheidsbedrijf, waardoor de politiek een flinke vinger in de pap te brokken heeft. Door onenigheid tussen Vlaamse en Franstalige partijen slagen federale onderhandelaars er niet in een definitief akkoord uit de brand te slepen. Eerder kwamen zij wel overeen dat de afdelingen internationale dienstverlening en clièntelistische consultancy gesplitst worden. Die laatste afdeling heeft heel wat (veelal Franstalige) klanten in Vlaams-Brabant, terwijl de internationale dienstverlening zich beperkt tot het Brussels grondgebied.

Omdat het management niet akkoord gaat met die opsplitsing heeft ze gerechtelijke bescherming aangevraagd bij de rechtbank van koophandel. Daardoor kan de groep nog achttien dagen voortwerken in een status-quo zonder dat schuldeisers de forcing kunnen voeren. Nadien zal BHV wel met een plan op de proppen moet komen om zichzelf te reorganiseren.

‘De vraag die iedereen bezighoudt, is waar het zwaartepunt van de groep zal komen te liggen’, analyseert econoom Bart Maddens (KU Leuven). ‘Door de aanhoudende crisis gaan de clièntelistische activiteiten allicht een mooie toekomst tegemoet, maar de afdeling internationale dienstverlening biedt wel zekerheid op langere termijn. Als de ontmanteling erdoor komt, zullen de Vlaamse afdelingen bij gerechtelijke procedures te maken krijgen met strengere rechters. Dat hoeft niet per se een nadeel te zijn: de restgroep die in Brussel overblijft, zal dan wel genieten van het milde Brusselse juridische regime, tegelijk zal zij merken dat dat milde regime een hoge, jaarlijks wederkerende kost heeft. Die zal zij slechts kunnen dragen als de nieuwe kapitaalinjectie voldoende hoog is.’

Volgens de Leuvense politicoloog Paul De Grauwe blijft het zinvol om de groep bij elkaar t houden. ‘Ja, er zijn scheeftrekkingen, maar de politiek mag zich niet te veel concentreren op de symbooldossiers. BHV heeft het voordeel van zijn schaalgrootte. Wel is het een feit dat de lokale afdelingen in Vlaams-Brabant zich steeds minder aantrekken van het falende management in de Brusselse hoofdzetel. Verkeerde keuzes die Brussel maakt, moeten al te vaak gecorrigeerd worden op het terrein. De politieke onderhandelaars moeten die realiteit onder de ogen zien, maar mogen er zich niet door laten verblinden. Het wordt een gigantische soep als men niet dringend in de ketel roert.’

Officieel is het standpunt van de vakbond dat de groep het best niet ontmanteld wordt, maar zelfs bij het socialistische ABVV heerst wederzijdse onvrede tussen de taalgroepen. ‘De vakbond biedt geen werkzekerheid meer aan Vlaamse medewerkers’, klagen Vlaamse délégués. ‘Ook het management in Brussel trekt steevast de kaart van de Franstalige vakbondsleiders. Wij zijn het beu om op de ondernemingsraad telkens te worden behandeld als boerkes uit den buiten. Wij stuiten steevast op een muur van onbegrip.’

Crisismanager
Elio Di Rupo:
‘Het zal er vooral op aankomen enkele aandeelhouders uit te roken en te isoleren’

De koninklijke familie is één van de hoofdaandeelhouders van BHV. Even dook het scenario op dat koning Albert II zou aftreden als voorzitter van de raad van bestuur, maar dat werd meteen ontkend. ‘De expertise van de koning is groot, al bereikt ook zijn creativiteit stilaan haar limiten’, liet crisismanager Elio Di Rupo zich ontvallen. ‘Het zal er vooral op aankomen om enkele aandeelhouders uit te roken en te isoleren. Er zijn enkele bondgenootschappen en als we die breken, is er ruimte voor een onderhandelde reorganisatie waar geen enkele aandeelhouder armer van wordt, tenzij we de economische groei véél hoger inschatten dan realistisch is.’