Ook de vzw Vrouwenrechten Nu! wordt geleid door een man. 'Hij is het enige lid van de raad van bestuur omdat er geen geschikte vrouwen worden gevonden.' (Foto Dusty Smith)

Feministische groepen halen eigen quota niet

De raden van bestuur van feministische organisaties bestaan meestal voor minstens driekwart uit mannen. 'Ondanks onze propaganda voor gelijkheid moeten wij toch de meerdere erkennen in de man.'

Ondanks de duidelijke gevaren voor de heersende maatschappelijke orde keurde de Kamer gisteren het wetsvoorstel goed dat bepaalt dat de raad van bestuur van beursgenoteerde bedrijven voortaan voor minstens een derde uit vrouwen moet bestaan.

Feministische dames juichten die beslissing toe, maar krijgen vandaag een koude douche over zich heen: uit een gezamenlijk verslag van enkele bedrijfsrevisoren blijkt dat feministische verenigingen, vzw’s en caritatieve instellingen een overwegend mannelijke raad van bestuur hebben.

‘Zonder een ideologische invulling te willen geven aan de cijfers blijkt toch weer dat vrouwen zich graag door een man laten leiden’, observeert bedrijfspsycholoog Patrick Van Gansbeke. ‘Vrouwen zijn perfect geschikt om een strikt afgebakende opdracht uit te voeren, maar het grotere strategische plaatje laten zij nog altijd liever aan mannen over. Dat rollenpatroon is genetisch bepaald en ook in de evolutionaire biologie duikt het telkens weer op.’

Sam Maeters, wetenschapsredacteur bij deze krant, bevestigt dat de parlementaire beslissing ingaat tegen het intuïtieve aanvoelen dat man en vrouw elk hun plek hebben. ‘Dat sluit natuurlijk niet uit dat raden van bestuur ad hoc vrouwelijke leden oproepen. Zo kan Belgacom enkele vrouwen uitnodigen om op de raad van bestuur te vertellen over hun ervaringen met telefonie’, legt Maeters uit. ‘Vrouwen blijken immers zeer geschikt als ervaringsdeskundige.’

Dat talloze feministische organisaties geleid worden door mannen hoeft volgens Maeters niet te verbazen. ‘Het cliché zegt dat vrouwen beter in staat zijn tot multitasken. Neuropsychologisch onderzoek bevestigt dat’, zegt Maeters. ‘Concreet betekent dat dat vrouwen met hun hele zijn vastgeworteld zijn in het heden, terwijl een man zich focust op één element, maar daar dan wel meteen een langetermijnvisie op heeft. Dat psychologische onderscheid zorgt ervoor dat vrouwen beter op hun plaats zijn in een uitvoerende functie, terwijl mannen als geen ander toekomstige doelstellingen kunnen formuleren.’

Vanuit het feministische middenveld wordt morrend gereageerd op het rapport van de bedrijfsrevisoren. ‘Wij ontkennen de cijfers niet, maar wensen wel aan te stippen dat het een momentopname is’, zegt Lode De Bruyne, voorzitter van de ngo Women Up Front (WUF). ‘De bedoeling is dat onze raad van bestuur op korte termijn vervrouwelijkt. Al sinds de jaren zeventig proberen wij vrouwen klaar te stomen om een leidende rol op te nemen. Langzaam lijkt die strategie vruchten af te werpen: zo krijgt mijn dochter Saskia binnenkort een zitje in onze raad van bestuur.’

MaDam vzw, een organisatie die kansarme meisjes gratis de regels van de etiquette aanleert, bevestigt die analyse. ‘Onze vrouwelijke medewerksters staan terughoudend tegenover een job waarbij ze niet meer op de werkvloer zouden verschijnen’, zegt raadslid Ben Poudoir. ‘Zij zouden het contact met de doelgroep te veel missen. In die zin laten ze het vuile, strategische werk liever aan ons over. (lacht) Ik denk dat ook het Belgische parlement snel zal beseffen dat vrouwen echt niet staan te springen om meer verantwoordelijkheid op te nemen binnen de bedrijfswereld.’

Bedrijfspsycholoog Patrick Van Gansbeke:
‘Vrouwen laten het grotere strategische plaatje nog altijd liever aan mannen over’

Ook Katja Eerdekens, medewerkster bij Vrouwenstrijd Internationaal, moet toegeven dat die analyse klopt. ‘Ondanks onze propaganda voor gelijkheid moeten wij op strategisch vlak toch de meerdere erkennen in de man’, zegt Eerdekens. ‘Maar tegelijk duikt er een andere evolutie op: door de steeds sneller draaiende informatiemaatschappij moet er vaak zeer kort op de bal gespeeld worden. En dan hebben vrouwen weer een voordeel. Een strategie van twee jaar uitstippelen heeft geen zin als de feiten na drie maanden alweer een andere richting uitgaan. Vrouwen zijn emotioneel beter aangepast aan een labiele bedrijfsomgeving.’