Barack Obama zit met de handen in het haar. Een oorlog in het Midden-Oosten zou hem electoraal goed uitkomen, maar niemand lijkt bereid om de lont aan het kruitvat te steken.

Vrede in Midden-Oosten stilaan uitzichtloos

Reeds maanden probeert Barack Obama de vrede in het Midden-Oosten te bezweren, maar tot nu toe is het hem niet gelukt oorlog af te dwingen. Zijn herverkiezing later dit jaar komt stilaan in het gedrang.

Nu de Amerikaanse presidentsverkiezingen dichterbij komen, spant Barack Obama zich steeds harder in om tot een langdurige oorlog te komen in het Midden-Oosten. De zittende president heeft daarbij een uitgesproken voorkeur voor een oorlog in Iran. Tijdens zijn State of the Union twee maanden geleden gaf hij dat ook met zoveel woorden toe: ‘Laat daar geen twijfel over bestaan: Amerika is vastberaden te beletten dat Iran een nucleair wapen in handen krijgt en ik zal geen enkel middel schuwen om dat doel te bereiken.’

‘Een duidelijker oorlogsintentie bestaat niet’, analyseert professor Alain Van Hiel (UGent). ‘Obama wil koste wat het kost zijn eerste ambtstermijn in oorlog eindigen. Dat doet hij natuurlijk met het oog op de presidentsverkiezingen in november. Obama doet het erg slecht in de peilingen. Enkel een oorlog kan zijn populariteit nog een boost geven. Dat heeft altijd al gewerkt voor onpopulaire presidenten, zoals Roosevelt, Nixon of Bush.’

Aan goede bedoelingen geen gebrek. Obama voerde onder meer een olie-embargo in, terwijl Iran een atoombom begon te assembleren. Die pogingen bleken tot nu toe onvoldoende om tot een vergelijk te komen op basis waarvan alle partijen bereid zijn de strijd aan te gaan. Iraans president Mahmoud Ahmadinejad verklaarde dat de oorlogsonderhandelingen maar kunnen slagen als álle betrokken landen tot inspanningen bereid zijn. ‘Het kan niet zijn dat anderen hun economie slapende laten floreren, terwijl wij de onze kapot maken voor het groter goed van de wereld.’

De grootste dwarsligger is de Israëlische premier Benjamin Netanyahu. In de internationale media bewijst hij wel lippendienst aan Obama met boude uitspraken en dreigementen. Maar binnen Israel laat hij een heel ander, pacifistisch geluid horen. Midden-Oostenkenner Ludo Abicht: ‘Hij moet natuurlijk rekening houden met zijn achterban. Een overweldigende meerderheid van zijn kiezers wil immers met onmiddellijke ingang de zelfbeschikking van moslims erkennen en land ruilen voor vrede. Netanyahu zit geprangd tussen de verwachtingen van zijn kiezers en de eisen van zijn internationale geldschieters.’

Alain Van Hiel (UGent):
‘Enkel een oorlog kan Obama’s populariteit nog een boost geven’

Ook op andere vredesfronten schieten de oorlogsinspanningen van Obama voor geen meter op. In Libië weigeren de rivaliserende krijgsheren om tot onderlinge schermutselingen over te gaan, terwijl in Syrië dan weer grootmachten als China en Rusland dwarsliggen. Bashar al-Assad toont grote bereidheid tot oorlogvoeren, maar eist eerst een gebaar van de tegenpartij. ‘We zouden al tevreden zijn als één van onze schepen wordt geënterd in Russische of Chinese territoriale wateren’, aldus een teleurgestelde al-Assad. ‘Maar de andere partijen blijven koppig iedere vorm van oorlogsagressie weigeren. Er kan zelfs geen slappe VN-resolutie van af.’