Oude hippies zullen in het nieuwe Bokrijk kunnen rondrijden in een authentiek flowerpowerbusje. Ook mogen ze stenen werpen naar kartonnen rijkswachters. Heel provo allemaal.

Bokrijk asielcentrum voor babyboomers

Op 31 maart opent Bokrijk een nieuw themagedeelte over 'de sixties'. Het wordt een reservaat voor babyboomers, waar ze de jonge generatie niet langer voor de voeten kunnen lopen.

De strijd tussen de generaties lijkt in het nadeel van de babyboomers uit te draaien. De maatschappelijke consensus groeit dat de generatie vijftigers en zestigers beter volledig uit de samenleving wordt geweerd, zodat ze de ambities van de generatie Y niet langer fnuiken met nutteloze stakingen, dure brugpensioenen en actieve levensgenieterij.

Het Limburgse openluchtmuseum Bokrijk biedt nu een eerste praktische oplossing. In een gloednieuw gedeelte van het domein maakt Bokrijk een tijdsprong vooruit naar ‘de sixties’, met een kapsalon, een alternatief café, een architectenbureau, een woning en tal van andere typische ruimtes vol plastic kitch. Conservator en dertiger Hilde Schoefs, die drie jaar geleden de scepter van Bokrijk afpakte van babyboomer Annick Boesmans, heeft grootse plannen: ‘De bedoeling is zoveel mogelijk babyboomers te verhuizen naar de nieuwe accommodatie. Hier kunnen ze in een gecontroleerde omgeving hun eigen ding blijven doen, zonder verdere negatieve gevolgen voor de maatschappij.’

Volgens Schoefs sluit het ietwat ingeslapen openlchtmuseum met dit initiatief weer aan bij zijn oorspronkelijke opzet: ‘Toen Bokrijk in 1958 werd geopend, was het bedoeld als een asielcentrum voor de vooroorlogse generaties. Die konden hier in afzondering hun verouderde tradities voortzetten zonder de rest van de maatschappij af te remmen in haar economische groei. Gezuiverd van haar vooroorlogse elementen kon de samenleving in ijltempo moderniseren. Het leidde tot de Golden Sixties, een periode vol voorspoed waarin de straten geplaveid werden met goud en de jeugd zich onledig kon houden met seks en studentenstakingen.’

In het begin was Bokrijk een overweldigend succes, vertelt Schoefs. ‘Met honderdduizenden woonden ze hier, de voorlogse generaties. Voor een appel en een ei werkten ze zich kapot op de velden en sliepen ze op schuurzolders volgestouwd met strobritsen, zoals ze hun hele leven al gewoon waren geweest. Maar vanaf de jaren zeventig begon de klad erin te komen: stuk voor stuk stierven de vooroorlogse generaties uit. Tot er bij de eeuwwisseling nog maar een handvol meer overbleven, die, kromgewerkt als ze waren, enkel nog ingezet konden worden als educatief materiaal voor geschiedenislessen.’

Maar nu kiest Bokrijk voor een grondige vernieuwing. Babyboomers zullen er hun dagen vullen met twisten, rondsnorren op scootertjes en zwart-wittelevisie kijken. En er komt hoekenwerk-op-maat voor specifieke doelgroepen. Voor provo’s voorziet de organisatie een authentiek bed dat ze eender waar op het domein midden op de weg mogen plaatsen. Hippies mogen een waardevol middeleeuws gebouw kaalslaan binnen het reconstructieproject ‘De Muze van toen’. En mei-68’ers zullen iedere dag gedurende een half uurtje onder medische begeleiding een barricade op mogen klimmen om stenen te gooien naar een cordon kartonnen rijkswachters.

Onder medische begeleiding zullen mei-68’ers iedere dag gedurende een half uurtje een barricade mogen beklimmen

Babyboomers die zich vrijwillig willen laten deporteren, moeten wel op voorhand reserveren. Schoefs: ‘Voorlopig is onze capaciteit beperkt, en stellen we honderden kinderen van babyboomers teleur omdat ze hun ouders nog wat langer in hun huis moeten verdragen. Maar dat is van tijdelijke aard. We azen immers op een paar versleten blokken van Amelinckx, die we steen voor steen kunnen heropbouwen in ons sixtiespark.’