Ingrid Lieten verbergt de vlekken van gemorste melk achter een stapel dossiers. 'Een melkdoos waarin zo weinig melk zit dat ik niet meer mors, verdient een fikse innovatiesubsidie.'

Innovatieminister Lieten financiert lege doos

De aankondiging van minister Ingrid Lieten dat de budgetten voor innovatie als enige zullen stijgen de komende jaren, zorgt voor een tsunami van dubieuze financieringsaanvragen, klagen instellingen als het FWO en het IWT.

Paniek bij organisaties en ondernemingen die geld krijgen van de Vlaamse overheid. Zij vrezen dat hun subsidies en voordelen onverwacht zullen opdrogen. De Vlaamse regering moet immers op zoek naar minstens 200 miljoen extra besparingen, zo bleek vorige week uit een rapport van het Rekenhof. En sinds Voka zich kritisch heeft uitgelaten over de Vlaamse kindpremie kunnen ondernemers niet langer op welwillendheid van de Vlaamse ministers rekenen.

Eén post blijft echter bespaard van besparingen: innovatie. Die post mag zelfs op extra geld rekenen – geheel toevallig gaat het ook om ‘minstens 200 miljoen’. Dat werd maandag nog bevestigd door minister van Innovatie Ingrid Lieten, die erom bekend staat nooit uitspraken te doen die ze niet hard kan maken. ‘We moeten onze bedrijven aanmoedigen om te blijven vernieuwen, om werk te maken van nieuwe producten en diensten om zo nieuwe jobs en welvaart te creëren’, klonk het strijdvaardig.

Die bedrijven hebben dat blijkbaar letterlijk opgevat. De overheidsintellingen die de innovatiegelden verdelen, het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) en het agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT), worden overspoeld door aanvragen van bedrijven voor dubieuze innovatieve producten, zoals zoutstrooisprinklers voor de tuin, computers zonder bekerhouder of melkdozen die maar voor de helft gevuld zijn. ‘Blijkbaar hopen ze op die manier compensatie te vinden voor de niet-innovatiegebonden economische steunmaatregelen die ze door de besparingen zullen verliezen,’ zucht adjunct-administrateur-generaal Didier Loosveldt, ‘maar geen enkel voorstel komt ook maar in de buurt van onze wetenschappelijke standaarden. Helaas voldoen ze aan de formele vereisten, en zijn we dus verplicht er onze onderzoeksgelden aan te verspillen.’

Ingrid Lieten verdedigt haar beleid: ‘Met alle respect, maar het is niet aan de ambtenaren om te bepalen welke nieuwe producten en diensten meer welvaart creëren. Anders kunnen we net zo goed de steunmaatregelen voor sauna’s en manèges afschaffen. Kijk, neem nu die melkdozen die maar voor de helft gevuld zullen worden. U kunt daar mee lachen, maar ik zou het een hele vooruitgang vinden als ik ’s ochtends geen ganse geut melk meer over mijn stijlvolle mantelpakjes mors bij het openen en uitschenken van een volle doos melk. Een goed geklede minister is toch een schoolvoorbeeld van innovatie, niet?’

Ingrid Lieten: ‘Dat ik geen melk meer over mijn mantelpakjes mors, is óók innovatief.’

Lieten geeft ook nog mee dat ‘tal van gevestigde namen eveneens meedingen naar de innovatiebudgetten, wat bewijst dat het wel om waardevolle projecten moet gaan’. De Vlaamse Mediamaatschappij (VMMa) vraagt bijvoorbeeld tien miljoen euro om nieuwe sterrenbeelden te ontwikkelen voor haar AstroContactlijn, omdat de huidige al meer dan tweeduizend jaar ongewijzigd zijn gebleven.

Electrabel vraagt dan weer een ongelimiteerde enveloppe om een nieuw type kerncentrale te ontwikkelen dat bestand is tegen nucleaire rentes met een kracht van 550 miljoen op de schaal van Richter, terwijl ArcelorMittal een type hoogoven wil produceren dat volledig gestookt wordt op gesyndiceerde staalarbeiders. Dexia tenslotte wil een nieuw verzekeringproduct uitwerken dat speculanten vergoedt voor hun verliezen bij onvoorziene reddingsoperaties door overheden.