Boussoufa wil met zijn doctoraat aantonen dat hij louter om sportieve redenen naar Dagestand is vertrokken.

Boussoufa: ‘Dictatuur leidt tot beter voetbal’

Een week na zijn overstap naar het Russische Anzji is Mbark Boussoufa begonnen aan doctoraat aan de staatsuniversiteit van Dagestan. Hij wil aantonen dat goed voetbal beter gedijt in een dictatoriale omgeving.

Is het wel ethisch om voor een club te gaan voetballen waarvan de voorzitter Ramzan Kadrov heet, een man die volgens mensenrechtenorganisaties als een tiran verantwoordelijk is voor moorden, verkrachtingen en ontvoeringen. De kwestie werkte Mbark Boussoufa zo op de heupen dat hij begin maart kwaad een persconferentie verliet. ‘Ik ben een voetballer’, zei hij, ‘geen politicus’.

De voormalige gouden schoen is echter van plan de criticasters van een zo mogelijks nog gefundeerder antwoord te dienen. Aan de universiteit van Dagestan, de republiek waar Boussoufa nu speelt en woont, is hij begonnen aan een doctoraat in de politieke en sociale wetenschappen. Hij wil er aantonen dat voetbal onlosmakelijk verbonden is met dictaturen, en dat bijgevolg zijn overstap van Anderlecht naar Anzji op louter sportieve motieven berust.

Boussafa’s doctoraat vertrekt van de these dat voetbal ontstaan is in oude China en Japan. Hij baseert zich daarvoor op documenten die de Fifa hem heeft bezorgd. Die landen waren op dat moment zeker geen democratieën, zegt Boussoufa. Meer zelfs, de democratie was toen nog niet uitgevonden. Door in een dictatuur te gaan spelen, keer ik dus eigenlijk terug naar de historische wortels van dit balspel.

Bovendien, argumenteert Boussoufa in zijn doctoraat, floreerde ook na het ontstaan van de democratie het voetbal in ondemocratische landen. De basis voor de successen van Real Madrid en Barça werden volgens hem tijdens het Franco-regime gelegd. En het Italiaanse voetbal floreert op dit moment nog steeds in een soort gemediatiseerde dictatuur, zegt de voormalige gouden schoen. Ook de Britten zijn in hun koloniale tijdperk nooit echt een voorbeeld van democratie geweest voor hun koloniale onderdanen, zegt de Nederlands-Marokkaanse voetballer. En kijk eens hoe goed ze daar kunnen voetballen.

Boussoufa moet zijn doctoraat nog uitwerken en zegt tussen de trainingen door nog heel wat opzoekwerk te hebben. Hij wil met zijn onderzoek ook aantonen dat het niveau van het Belgisch voetbal is gedaald sinds de politieke crisis in de zomer van 2007 begon. ‘Dat strookt met mijn werkhypothese dat de daadkracht van de regering evenredig is aan de kwaliteit van de voetbalcompetitie’, besluit de voetballer. ‘Ik moet nu gewoon uitzoeken hoe sterk de correlatie is’. 

Boussoufa: ‘Ik moet gewoon nog berekenen hoe sterk de correlatie is’

Hoe je die correlatie precies moet berekenen, weet Boussoufa niet. ‘Ik ben een voetballer’, zegt hij. ‘Geen wetenschapper.’