Nadine laat zich gaan met een klant. 'Wij wijzen niemand af', zegt haar man Roger. 'Zolang het maar geen socialisten zijn!'

Steeds meer bejaarden prostitueren zich

Almaar meer bejaarden belanden in het prostitutiemilieu omdat ze de eindjes niet meer aan elkaar kunnen knopen. 'Maar het is een plezante bezigheid. Je komt nog eens mensen tegen en verdient een cent.'

Vele gepensioneerden weten niet meer van welk hout pijlen maken. De crisis hakt er keihard in bij de derde leeftijd. Door de besparingen in de ziekenzorg en de gedurig stijgende voedselprijzen hebben zij het steeds moeilijker om in hun eigen levensonderhoud te voorzien. Daardoor moeten meer en meer grijsaards seksuele dienstverlening verrichten om rond te komen.

‘Tussen de 27 en de 43 procent van de 65-plussers is actief in de seksindustrie’, zegt socioloog Mark Elchardus (VUB). ‘Opvallend is dat velen hun diensten aanbieden als koppel. Toch is er een licht overwicht van weduwes. Het positieve nieuws is dat de meeste gepensioneerden niet voor een pooier werken. Na een heel leven op de arbeidsmarkt verdragen zij geen baas meer. Dat neemt niet weg dat het verplegend personeel in rusthuizen al eens een commissieloon krijgt.’

‘Vooral in de eindejaarsperiode zien we dat bejaarden zich prostitueren. Tenslotte willen zij hun kleinkinderen toch een mooi kerstcadeautje kunnen geven’, vult Elchardus aan.

In rusthuis Avondzon in Erpe-Mere zitten Roger (84) en Nadine (79) gezellig te keuvelen op hun kamer. Het echtpaar heeft de verwarming gezellig hoog gezet. Ze dragen beiden een dikke, pluizige kamerjas. Hij is niet goed meer te been, zij is stekeblind. ‘Toch kunnen we het nog uitstekend met elkaar vinden’, knipoogt Nadine met haar doffe oog. ‘We hebben heel ons leven samengewerkt in de slagerij, en nu doen we dat nog altijd.’

Gemiddeld krijgen ze per week twee klanten over de vloer. ‘Ze maken een afspraak via de receptie van het rusthuis, zodat wij ons van de administratie niets hoeven aan te trekken’, vertelt Roger. ‘Het zijn hier goede mensen. De verpleegsters houden een oogje in het zeil wanneer we bezig zijn. Als het nodig is komen ze mijn bloeddruk controleren of een pilletje geven voor – enfin, ge weet wel.’

Roger (84):
‘De verpleegsters houden een oogje in het zeil wanneer we bezig zijn’

Nadine en Roger schatten dat er op hun gang nog minstens vier koppels zijn die klanten ontvangen. ‘Ook Emile, een weduwnaar, heeft zich kandidaat gesteld, maar hij heeft nog niet veel succes gehad’, zegt Nadine met een vies gezicht. ‘Hij moet dringend eens iets doen aan zijn slechte adem, maar niemand durft het hem te zeggen.’

Opeens wordt er op de deur geklopt. Een rijzige man met een strenge blik stapt binnen. ‘Mijnheer Lucas?’, vraagt Nadine. ‘Zet u. Of neen, doe maar meteen uw kleren uit, jongen. Wij zijn er klaar voor.’

Lucas Van Cauwenberghe (57) is leraar Nederlands. Als hij zijn kostuum uittrekt, ziet hij er opeens veel kwetsbaarder uit. Ook Nadine en Roger stappen met enige moeite uit hun kamerjas. ‘Hebt ge uw kleren al uitgedaan? Zet u dan maar in de zetel, jongen, dan kom ik op uw schoot zitten’, gebiedt Nadine. Roger begeleidt zijn echtgenote naar de fauteuil. Terwijl Nadine haar roestige onderlichaam heen en weer begint te schuiven, masseert Roger de schouders van Lucas. Het is een vertederend tafereel, waar pas echt leven in komt als Nadine het opeens op een krijsen zet: ‘Och here, och here, och here! Mensenlief, mijne lieven heer. Jawadde, wablief!’

Na afloop drinken de drie nog een kopje koffie in de cafetaria. ‘Dat was weer ferm prijs. Niets gefaket, hoor, manneke – ik voel u wel kijken’, benadrukt Nadine trots. ‘Wij hebben ons intiem leven verbeterd. In het begin was het een beetje wennen, maar het is een plezante bezigheid. Je komt nog eens mensen tegen en verdient een cent.’

Roger knikt. ‘Wij wijzen niemand af. Groot of klein, dik of dun, daar kijken wij niet naar. Er is hier zelfs al eens een neger geweest. Zolang het maar geen socialisten zijn!’

In tegenstelling tot Nadine en Roger doet Rita Vandenbroucke (76) uit het landelijke Bassevelde alles zelf. Iedere dag komen er een vijftal mannen bij haar aankloppen. ‘Vooral camioneurs’, weet ze. Haar diensten zijn beperkt. ‘Ik houd altijd al mijn kleren aan en mijn mond dient enkel om te praten. Het enige wat ik doe, is aan die venten hun spel trekken’, zegt ze terwijl ze haar verweerde handen toont.

De weduwe ontvangt haar klanten niet thuis, maar in een kamertje dat ze huurt van een boer even verderop. ‘Een mens moet werk en privé gescheiden houden’, vindt Rita. Maar soms botsen de twee onverwacht. ‘Op een dag kwam mijn zoon aankloppen. Eerst was ik boos, en hij ook. We voelden ons allebei betrapt én ontgoocheld in elkaar. Maar ik heb hem dan toch maar onder handen genomen. Wat moet ge anders doen?’, glimlacht Rita weemoedig. ‘Ik had het geld nodig.’

Rita (76):
‘Het enige wat ik doe, is aan die venten hun spel trekken’

Ook Alfons staat er alleen voor. Hij is 86 jaar én homo – gezien de aids-epidemie een veeleer uitzonderlijke combinatie. Lang was Alfons een sportieve beer, maar thans zit hij uitgemergeld in een rolstoel. Dat belemmert hem niet om op lichamelijke wijze een centje bij te verdienen. ‘Elk weekend komen er enkele jonge gasten langs, meestal een stuk of vijf. Schone jongens, amai, ik voel het al kriebelen in mijn buik als ik eraan denk’, grijnst Alfons.

‘Ik moet niets doen: gewoon zonder kleren in mijn karreke zitten. En ze gaan zij dan in een kringetje rond mij staan en ja, ze hebben van die dikke piemels, hé. Die halen ze dan maar uit hun broek en daar beginnen ze dan toch aan te sleuren, ongelooflijk. Jongens, wat een schouwspel! Allez, en dat vliegt dan allemaal op mij, daar moet ik geen tekeningske bij maken, nietwaar. Twintig euro de man betalen ze. Dat ik dat goed verdiend vind.’