Door de maximumtemperatuur van barbecues omlaag te halen probeert Joke Schauvliege iets te doen aan de verspreiding van fijn stof en vieze barbecuegeueren.

Schauvliege: ‘BBQ mag maximum 98° zijn’

Achtennegentig graden Celsius, dat is de maximumtemperatuur die een barbecue mag hebben. Dat heeft minister van Milieu Joke Schauvliege (CD&V) beslist met een nooddecreet ter beteugeling van fijn stof.

‘Toegegeven, ik had dit decreet wel wat eerder door het Vlaams Parlement mogen rammen’, erkent Schauvliege schuldbewust. ‘Maar door het aanhoudende slechte weer had ik er helemaal niet meer aan gedacht. Daarbij was ik te druk bezig met het beteugelen van allerlei andere overlast, zoals de decibels in jeugdhuizen, de beats per minuut die drummers slaan en de roetdeeltjes die houtkachels uitbraken. Daarbij ben ik nog altijd op dat ellendige Uplace aan het sjieken – u mag mij dienaangaande altijd tips geven.’

Het was pas gisterenmiddag dat Schauvliege de barbecue in het vizier kreeg. ‘Opeens schoot me te binnen: tiens, ’t is mooi weer, de mensen gaan vandaag massaal hun barbecue van onder het stof halen, ik moet dringend ingrijpen.’

Omdat het te laat was om snel enkele experts op te trommelen en een pseudowetenschappelijk onderbouwde maatregel te treffen, besloot Schauvliege eigenhandig een willekeurige norm op te leggen. ‘Ik heb getwijfeld tussen 101 en 98 graden’, legt de minister uit. ‘Uiteindelijk is het dat tweede geworden. Met 101 zouden we alleen maar verwarring veroorzaken. De mensen zouden beginnen te twijfelen tussen 101 en 112 en voor je het weet zijn er een paar ouderlingen die menen dat het 900 graden is en gaan hele rusthuizen – van een averechts effect gesproken – op in vlammen, rook en fijn stof.’

Over dat fijnstof is het hem te doen. ‘Het begint al bij de aanmaakblokjes. Die zijn vaak vervaardigd op basis van aardolie en zaagsel. Mannetjesputters spuiten daar graag nog wat spiritus of brandgel bovenop en dan is het de beurt aan de houtskool zelf’, vertelt Schauvliege met nauwelijks verholen afschuw. ‘Die houtskool moet twee uur branden eer zij de ideale temperatuur bereikt en heeft ondertussen al zoveel fijn stof, CO2 en lachgas uitgestoten dat het kwik spontaan nog wat hoger schiet. Daar gáát dan mijn bijdrage aan een beter leefmilieu.’

Er is ook nog de typische stank. ‘Vele zelfverklaarde specialisten kippen gemakkelijk een vol pond Provençaalse kruiden op de gloeiende kolen’, zucht de minister. ‘Ik woon zelf op het platteland. Als ik op m’n terras met een vers glaasje koeienmelk zit te genieten van de plaatselijke mestaroma’s hoef ik die exotische barbecuegeuren echt niet te tolereren. Dergelijke avonturiers wens ik met plezier een stevige regenbui toe.’

Het barbecuen heel en al verbieden zag Schauvliege echter niet zitten. ‘Dan wordt er minder vlees verkocht en krijg ik de Boerenbond op mijn dak. Zo ver wil ik het niet drijven’, geeft de Evergemse schone toe. ‘Veel overlast kan vermeden worden door de temperatuur van de barbecue laag te houden. Dat vermindert ook het risico op brandwonden bij kinderen, wat wij als gezinspartij toch belangrijk vinden.’

Joke Schauvliege:
‘Opeens schoot me te binnen: tiens, ’t is mooi weer, ik moet dringend ingrijpen!’

Is het echter te doen om op amper 98 graden een goeie lap vlees te roosteren? ‘In principe niet. Maar ik raad de mensen aan te doen zoals ik: kook je vlees op voorhand door en door gaar in een ketel water en leg het dan pro forma op de rooster. Heerlijk gezond is dat!’